Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Zwolle, 8 de Abril de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 8 de Abril de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Zwolle

vonnis

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 143978 / HA ZA 08-443

Vonnis van 8 april 2009

in de zaak van

ANDRIES GERRIT SMINK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [bedrijf A]

wonende te [woonplaats],

eiser,

advocaat mr. M.G. Roessingh,

tegen

de coöperatie

COÖPERATIEVE RABOBANK VAART EN VECHTSTREEK U.A.,

gevestigd te Dedemsvaart,

gedaagde,

advocaat mr. M.G.I.W. Teunis.

Partijen zullen hierna de curator en de bank genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding

    - de conclusie van antwoord

    - de conclusie van repliek

    - de conclusie van dupliek.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. [bedrijf A] (hierna: [bedrijf A] had in eigendom en exploiteerde een chaletpark annex camping (hierna te noemen: het park) gelegen te [plaats]. [bedrijf A] is op eigen aanvraag in 2003 bij vonnis van deze rechtbank in staat van faillissement verklaard. Mr. A.G. Smink is daarbij tot curator benoemd.

    2.2. Tussen [bedrijf A] en de bank bestond sedert 1995 een financieringsrelatie. In dit kader zijn een eerste en tweede hypotheek van respectievelijk NLG 2.200.000,00 en

    NLG 2.800.000,00 overeengekomen, gevestigd op 14 oktober 1998 en 16 september 1999.

    2.3. Bij opdracht van [bedrijf A] van 5 februari 1999 is de interimmanager [B] aangesteld.

    2.4. Op 25 februari 2002 heeft [C] (enig aandeelhouder en statutair bestuurder) aan de bank een volmacht verleend om het park te verkopen. Enkele dagen daarna heeft hij deze volmacht ingetrokken, waarna hij op 4 maart 2002 opnieuw een volmacht heeft verleend.

    2.5. Vervolgens heeft de bank getracht het park onderhands te verkopen, hetgeen niet tot resultaat heeft geleid. Op 30 mei 2002 heeft de bank de verstrekte kredieten formeel opgezegd en directe terugbetaling gevorderd van het restant van het krediet ten bedrage van EUR 2.132.080,00 vermeerderd met rente en kosten. Eind 2002 heeft de bank de notaris opdracht gegeven de executoriale verkoop voor te bereiden. De executoriale verkoop heeft niet plaatsgevonden.

    2.6. In december 2002 is in opdracht van de bank door Houdringe Rentmeesters een taxatierapport opgesteld. De executiewaarde van het park werd geschat op

    EUR 1.150.000,00 en de onderhandse verkoopwaarde op EUR 1.625.000,00.

    2.7. Bij mondelinge overeenkomst van 10 januari 2003 heeft [bedrijf A] voor een bedrag van in totaal EUR 1.904.672,00 inclusief BTW haar activa verkocht aan Likon BV. Op 6 februari 2003 heeft de levering ten overstaan van notaris Spruijt plaatsgevonden.

    2.8. De aan [bedrijf A] gerichte nota van afrekening van 6 februari 2003 van de notaris vermeldt onder meer:

    (…) te betalen te ontvangen

    Koopsom registergoed (overige registergoederen) EUR 466.200,00

    koopsom registergoed (caravan) EUR 706.800,00

    koopsom roerende zaken EUR 40.000,00

    Koopsom overige zaken (vergunningen) EUR 462.000,00

    BTW 19% (…) EUR 229.672,00

    (…) EUR 2.430,79

    Totaal EUR 47.251,20 EUR 1.907.102,79

    Blijft door u te ontvangen EUR 1.859.851,59

    welk bedrag wordt overgemaakt naar de Rabobank

    ter verkrijging van royement.

    2.8. De verkoopopbrengst is na de levering door de notaris op een rekening van de bank gestort. Het gestorte bedrag is door de bank zoveel mogelijk in mindering gebracht op de schulden van [bedrijf A] aan de bank.

    2.9. Op 12 februari 2003 is [bedrijf A] op eigen aanvraag failliet verklaard.

  3. Het geschil

    3.1. De curator vordert samengevat - primair veroordeling van de bank tot betaling van EUR 1.904.672,00 en subsidiair tot betaling van EUR 549.780,00 vermeerderd met rente en kosten.

    Hij heeft daartoe - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.

    3.1.1. De bank heeft als financier, volmachthouder en onderhandelaar namens [bedrijf A] de volledige regie gevoerd bij de verkooptransactie. Zij bemoeide zich sinds 1999 intensief met de financiële situatie van [bedrijf A]. Interimmanager [B] is na overleg met de bank aangesteld, rapporteerde aan de bank en werd door de bank betaald, door debitering van de rekening van [bedrijf A] bij de bank waarvan de kredietlimiet al was bereikt.

    3.1.2. Op 6 februari 2003 is het gehele park en toebehoren vrij van hypotheek aan Likon BV geleverd. De bank had op dat moment geen recht van hypotheek meer. Tevens had zij geen pandrecht bedongen of gekregen op de vordering tot betaling van de koopprijs. De bank was vanaf het moment dat zij afstand deed van haar hypotheekrecht derhalve een concurrente crediteur als alle andere.

    3.1.3. De storting van de koopsom op de bankrekening van de bank heeft in opdracht van de bank en niet van [bedrijf A] plaatsgevonden. Van een betaling door...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT