Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 7 de Abril de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Abril de 2009
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,

sector civiel recht,

tweede kamer, van 7 april 2009,

gewezen in de zaak van:

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellant,

advocaat: mr. N.J.W.M. de Leeuw,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [Y.]BEHEER B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats], gemeente [gemeentenaam],

geïntimeerde,

advocaat: mr. J.W. Weehuizen,

en:

[Z.],

wonende te [woonplaats],

tussenkomende partij,

advocaat: mr. W.P. de Leeuw,

als vervolg op het tussenarrest van dit hof van 11 december 2007.

  1. Het arrest van 11 december 2007

    6.1. Bij genoemd arrest heeft het hof [Z.] toegelaten als tussenkomende partij in de hoofdzaak tussen [X.] en [Y.]Beheer. De beslissing omtrent de kosten van dit incident is aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak is naar de rol verwezen voor memorie van grieven.

  2. Het vervolg van de procedure

    7.1. Bij memorie van grieven heeft [X.] vijf grieven aangevoerd, zijn eis gewijzigd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot als aan het slot van die memorie omschreven.

    7.2. Bij memorie van antwoord heeft [Y.]Beheer, onder overlegging van een productie, de grieven bestreden.

    7.3. [Z.] heeft een “memorie van antwoord in voeging” genomen.

    7.4. Partijen hebben hun zaak bepleit, waarbij mr. J.W. Weehuizen namens [Y.]Beheer, mr. W.C.G.J. Sterk namens [X.] en mr. P.M.G. Lardinois namens [Z.] het woord voerde. [X.] en [Z.] hebben hierbij een pleitnota overgelegd. Voorafgaand aan dit pleidooi heeft [Y.]Beheer bij akte een productie in het geding gebracht en heeft [X.] een akte inbreng producties genomen waarbij een groot aantal producties is overgelegd.

    7.5. [Y.]Beheer en [X.] hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd. In het dossier van [X.] ontbreken de overgelegde pleitnota’s.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    9.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

    9.1.1. op 26 juni 2003 heeft [Y.]Beheer na onderhandelingen met [X.] haar timmerfabriek verkocht, en op 1 juli 2003 geleverd. De koopprijs was (destijds) € 345.000,--. In geschil is wie de koper was van de timmerfabriek.

    9.1.2. De navolgende feiten en omstandigheden zijn van belang.

    1. Een “Koop/Verkoopovereenkomst van een onderneming” is op 26 juni 2003 opgemaakt. Hierin staat onder meer:

    “De ondergetekenden:

  5. “Aannemersbedrijf en Timmerfabriek [Y.]B.V.”, (..) hierna te noemen: verkoopster;

    en

  6. De heer [X.] (..) hierna te noemen: koper.

    IN AANMERKING NEMENDE:

    - dat verkoopster vanaf 5 maart 1981 te [plaatsnaam] een onderneming drijft (..)

    - dat verkoopster haar voormelde ondernemersactiviteiten en de exploitatie van de door haar gedreven onderneming wenst te beëindigen en wenst over te dragen aan koper, of een door hem op te richten besloten vennootschap;

    ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

    Verkoopster verklaart dat zij per 1 juli als “going concern” wenst te verkopen en in eigendom over te dragen aan koper, welke verklaart te zullen kopen en in eigendom te aanvaarden:

    (..)

  7. Tegelijk met de overdracht van de in deze overeenkomst vermelde goederen, zal verkoopster eveneens overdragen het recht op het gebruik van de handelsnaam “Aannemersbedrijf en Timmerfabriek [Y.] B.V.”.

  8. Indien de koop/verkoop per 1 juli 2003 gerealiseerd wordt, zal koper per diezelfde datum de bedrijfsgebouwen en –terreinen (..) huren van [Y.]-[M.] voor een huurprijs van € 40.000,-- per jaar. Terzake zal tussen koper en mevrouw [Y.] een huurkontrakt gesloten worden (..)

  9. Van de onder 2 becijferde koop/verkoopprijs zal op overnamedatum € 195.000,-- betaald worden. Voor het restant ad €150.000,-- zal verkoopster aan koper per diezelfde datum een geldlening verstrekken.(..)

    - De lening wordt achtergesteld bij de Rabobank te [plaatsnaam]; (..)

    Aannemersbedrijf en Timmerfabriek [Y.] B.V.

    Voor deze: Mevrouw [Y.]-[M.] [X.]

    verkoopster koper

    w.g. w.g."

    1. Op 15 juli 2003 is door H.A.T. Holding B.V., vertegenwoordigd door [X.], ten overstaan van notaris [N.] opgericht de besloten vennootschap Aannemersbedrijf en Timmerfabriek [Y.] B.V.

    2. Op 16 juli 2003 is een driepartijenovereenkomst gesloten, opgemaakt op papier van de Rabobank met als opschrift “Achterstelling en verpanding van vordering(en)”. Hierin valt te lezen:

      “Debiteur

      Mevrouw [Y.]-[M.]

      (..)

      hierna te noemen: debiteur;

      Crediteur:

      Aannemersbedrijf en Timmerfabriek [Y.] B.V.

      (..)

      hierna te noemen: crediteur;

      Bank

      Coöperatieve Rabobank Swentibold U.A.

      gevestigd te [vestiginsplaats]

      in aanmerking nemende:

      dat de crediteur op verzoek van de bank bereid is zijn vorderingen (..) op de debiteur achter te stellen bij de vorderingen, die de bank op de debiteur heeft (..)”

      Deze akte is ondertekend door [Y.]-[M.] als debiteur en [X.] namens Aannemersbedrijf en Timmerfabriek [Y.]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT