Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 2 de Junio de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Junio de 2009
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Uitspraaktyp. SH

zaaknr. HD 200.002.991

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,

sector civiel recht,

eerste kamer, van 2 juni 2009,

gewezen in de zaak van:

[APPELLANT],

in zijn hoedanigheid van bewindvoerder

over de goederen van

[PERSOON 1],

wonende en kantoorhoudende te [plaats 1],

appellant bij exploot van dagvaarding

van 22 februari 2008,

advocaat: mr. J.A.M.P. Keijser,

tegen:

[geïntimeerde],

wonende te [plaats 2],

geïntimeerde bij gemeld exploot,

advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven,

op het hoger beroep van het door de rechtbank Roermond gewezen vonnis van 5 december 2007 tussen appellant – [appellant] - als eiser en geïntimeerde - [geïntimeerde] - als gedaagde.

  1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 77324/HA ZA 07-3)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en het daaraan voorafgaande vonnis van

    28 maart 2007.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven heeft [appellant] onder overlegging van een productie de eis vermeerderd, dertien grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot toewijzing alsnog van zijn vorderingen.

    2.2. Bij memorie van antwoord heeft [geïntimeerde] onder overlegging van een productie de grieven bestreden.

    2.3. Daarna hebben partijen hun zaak doen bepleiten aan de hand van pleitnota's, welke zich bij de stukken bevinden, [appellant] door mr. E.M. Mulder en [geïntimeerde] door mr. P.G.M. Martens.

    2.4. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    4.1. De rechtbank heeft onder 2. de feiten vastgesteld. Hiertegen zijn geen grieven aangevoerd, zodat het hof in hoger beroep van dezelfde feiten uitgaat.

    4.2. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

    1. [geïntimeerde] is de zoon van [de vrouw van geïntimeerde], verder te noemen [de vrouw van geïntimeerde].

    2. Op 1 maart 2004 is bij de rechtbank Roermond een verzoek ingediend tot onderbewindstelling van de goederen van [de vrouw van geïntimeerde]

    3. Bij beschikking van de rechtbank Roermond, sectie kanton, locatie [plaats 2], van 20 juli 2004 is bewind ingesteld over de goederen die aan [de vrouw van geïntimeerde] toebehoren of zullen toebehoren met benoeming van [appellant] tot bewindvoerder (prod. 1 inl. dagv.).

    4. Op 17 januari 2003 is een notariële akte verleden waarbij [geïntimeerde] als gevolmachtigde van [de vrouw van geïntimeerde] aan zichzelf verkoopt en levert de aan [de vrouw van geïntimeerde] toebehorende onroerende zaken aan [adres 1, 2 en 3] te [plaats 2] voor de prijs van € 229.000,-- (verwezen wordt naar prod. 3 inl. dagv.).

    5. Op 17 januari 2003 is een notariële akte verleden waarbij [geïntimeerde] als gevolmachtigde van [de vrouw van geïntimeerde] aan zichzelf een hypothecaire lening groot € 229.000,-- verstrekt (prod. antwoordakte d.d. 1 augustus 2007).

    6. Op 28 januari 2003 is een notariële akte verleden waarbij [geïntimeerde] als gevolmachtigde van [de vrouw van geïntimeerde] de door hem aan derden verkochte woning van [de vrouw van geïntimeerde] aan [adres 4 en 5] te [plaats 2] levert voor een bedrag van € 540.540,-- (prod. 4. inl. dagv.).

    7. Op 17 januari 2003 en 2 januari 2004 zijn notariële aktes verleden waarbij [geïntimeerde], telkens als gevolmachtigde van [de vrouw van geïntimeerde], aan zichzelf heeft geschonken bedragen van respectievelijk € 86.983,-- (prod. 5 inl. dagv.) en € 89.072,-- (prod. 6 inl. dagv.).

    8. [geïntimeerde] heeft als gevolmachtigde van [de vrouw van geïntimeerde] ten laste van een op haar naam staande bankrekening betalingen aan zichzelf gedaan voor een bedrag van € 404.324,63, aan zijn zoon voor een bedrag van € 4.930,40 en aan zijn schoondochter voor een bedrag van € 2.546,--.

    9. Bij notariële akte d.d. 21 november 1995 (prod. 1 cva) is door [de vrouw van geïntimeerde] aan [geïntimeerde] volmacht gegeven:

      "om haar in alle opzichten te vertegenwoordigen en om al haar rechten en belangen zonder enige uitzondering (..) waar te nemen en uit te oefenen. ---------------------

      Voorts verklaarde de comparant: ----------------------

      dat deze volmacht met name strekt om onroerende en roerende zaken en alle vermogensrechten te verkrijgen en te vervreemden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT