Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 10 de Junio de 2009

Datum uitspraak10 de Junio de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/5928 ZW + 08/5930 WAO

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 19 september 2008, 06/1382 en 06/2265 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 10 juni 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellante heeft mr. K. Ramdhan, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft verweerschriften ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 april 2009. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Ramdhan. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door M.L. Turnhout.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellante was werkzaam als productiemedewerker in de visverwerking. In 1997 is zij uitgevallen met hoofdpijnklachten. Sedert 27 februari 1998 ontving zij een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) naar de arbeidsongeschiktheidsklasse 80 tot 100%. Op 7 juli 2005 is appellante onderzocht door een verzekeringsarts, die op basis van de diagnose migraine, DD/spierspanningshoofdpijn met migraineuze componenten beperkingen aannam voor (frequent) zwaar fysieke en lichamelijke inspanning, lawaai en arbeidstijden (geen wisselende diensten) en deze beperkingen vastlegde in een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). Na functieselectie berekende de arbeidsdeskundige het verlies aan verdiencapaciteit op 0%. In overeenstemming hiermee heeft het Uwv bij besluit van 26 augustus 2005 de

    WAO-uitkering van appellante per 26 oktober 2005 ingetrokken. Het tegen dit besluit gemaakte bezwaar heeft het Uwv bij besluit van 6 januari 2006 (bestreden besluit I) ongegrond verklaard.

    1.2. Op 10 november 2005 heeft appellante, die toen een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet ontving, zich ziek gemeld met hoofdpijnklachten. Na medisch onderzoek op 27 februari 2006 heeft een verzekeringsarts appellante per die datum arbeidsgeschikt geacht voor de in het kader van de WAO-herbeoordeling per 26 oktober 2005 geselecteerde functies. In overeenstemming hiermee heeft het Uwv bij besluit van 28 februari 2006 per 27 februari 2006 geweigerd uitkering ingevolge de Ziektewet (ZW) te verstrekken. Het tegen dit besluit gemaakte bezwaar heeft het Uwv bij besluit van 1 mei 2006 (bestreden besluit II) ongegrond verklaard.

    1. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen bestreden besluit I gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit geheel in stand blijven en bepalingen gegeven ten aanzien van vergoeding van proceskosten en griffierecht. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat zij het oordeel van de door haar benoemde deskundige, neuroloog

      dr. J.H.M. van Gasteren, niet volgt. Het beroep tegen bestreden besluit II heeft de rechtbank...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT