Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Roermond, 30 de Junio de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Junio de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Roermond

RECHTBANK ROERMOND

Sector bestuursrecht, enkelvoudige kamer

Procedurenummer: AWB 09 / 44

Uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

inzake

[Eiser] te [Woonplaats]

gemachtigde mr. J.R. Zeelenberg

tegen

de Minister van Justitie, Penitentiaire Inrichtingen Zuid-Oost

  1. Procesverloop

    1.1. Bij besluit van 18 november 2008 heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen ontslag met onmiddellijke ingang wegens plichtsverzuim, ongegrond verklaard. Tegen dat besluit is bij deze rechtbank beroep ingesteld.

    1.2. De door verweerder ter uitvoering van artikel 8:42 van de Awb ingezonden stukken en het verweerschrift zijn in afschrift aan de gemachtigde van eiser gezonden.

    1.3. Het beroep is behandeld ter zitting van de rechtbank op 11 mei 2009, waar eiser in persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman alsmede door [getuige 1]. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door [vertegenwoordiging].

  2. Overwegingen

    2.1. Eiser is sedert juni 1983 bij het Ministerie van Justitie in dienst als justitie leerkracht en de laatste jaren bij de Penitentiaire Inrichting in Roermond. Naar aanleiding van een melding van de afdeling beveiliging dat eiser regelmatig de inrichting verliet zonder in en uit te loggen is hiernaar onderzoek gedaan, aanvankelijk beperkt tot de periode van mei tot en met augustus 2007 en later uitgebreid naar de periode vanaf januari 2007. De resultaten van dat onderzoek waren vervolgens aanleiding om ook eisers telefoongedrag en gebruik van internet te onderzoeken.

    2.2. Bij besluit van 14 juli 2008 heeft verweerder eiser verweten dat hij in de onderzoeksperiode van januari tot en met augustus 2007 in strijd met de regels bij het verlaten van de inrichting niet –steeds- heeft uitgelogd, 85 uren te weinig heeft gewerkt, gemiddeld 25 minuten per dag privé heeft getelefoneerd en gemiddeld één uur en 45 minuten per dag niet functiegericht gebruik heeft gemaakt van internet. Verweerder heeft het gedrag van eiser aangemerkt als (ernstig) aan hem toe te rekenen plichtsverzuim en hem op die grond disciplinair gestraft met ontslag met onmiddellijke ingang.

    2.3. Eiser heeft bij verweerder een bezwaarschrift ingediend en de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen, die bij uitspraak van 26 augustus 2008 is afgewezen. Partijen hebben op een hoorzitting op 7 oktober 2008 gebruik gemaakt van de gelegenheid hun standpunten mondeling toe te lichten. De adviescommissie bezwaarschriften Algemene wet bestuursrecht inzake personele aangelegenheden ministerie van justitie heeft op 14 oktober 2008 geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren en het ontslag van eiser om te zetten in een ontslag wegens ongeschiktheid. De commissie is tot de conclusie gekomen dat verweerder bevoegd is een maatregel op te leggen op de grond dat eiser de ten laste gelegde gedragingen heeft verricht, dat die gedragingen kunnen worden gekwalificeerd als plichtsverzuim en aan eiser kunnen worden toegerekend. Voorts is de commissie van mening dat de gekozen straf van disciplinair ontslag onevenredig bezwarend is gelet op het lange dienstverband, de leeftijd en de bijzondere persoonlijke omstandigheden van eiser. De commissie heeft gemeend dat omzetting in ongeschiktheidsontslag meer recht doet aan de zaak, op die grond geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren en proceskostenvergoeding toe te kennen.

    2.4. Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder in afwijking van het advies van de commissie van 14 oktober 2008 het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Daarbij heeft verweerder aansluiting gezocht bij de motivering van de uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 augustus 2008, waarbij aan voorafgaand langdurig goed functioneren geen doorslaggevende betekenis is toegekend, en aangegeven dat iemand in een vergelijkbare positie met een dienstverband van 25 jaar goed op de hoogte moet zijn van geldende voorschriften. Voor zover eiser op zijn persoonlijke omstandigheden heeft gewezen die zijn gedrag zouden verklaren, heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat eiser die omstandigheden aanvankelijk niet heeft willen melden en eiser bovendien na waarschuwing zijn gedrag niet heeft veranderd. Voorts heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat bovenmatig gebruik van internet en de bedrijfstelefoon niets te maken heeft gehad met eisers persoonlijke omstandigheden. Voorts heeft verweerder aangegeven dat uit een oogpunt van zorgvuldigheid een lange periode is onderzocht zodat uitgesloten kan worden dat het om incidenten ging. Tot slot heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT