Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 26 de Junio de 2009

Datum uitspraak26 de Junio de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/1557 WAO + 08/6501 WAO

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 25 januari 2008, 06/9480 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 26 juni 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. H. Polat-Kiliç, advocaat te ’s-Gravenhage, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Nadien heeft het Uwv een besluit van 1 oktober 2008 ingezonden.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 april 2009. Namens appellant is verschenen zijn gemachtigde, mr. Polat-Kiliç voornoemd. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A.M. Snijders.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellant ontving een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. Bij besluit van 3 november 2004 is de uitbetaling van de uitkering van appellant met ingang van 1 november 2004 geschorst en bij besluit van 4 november 2004 is de uitbetaling van de uitkering van appellant onder toepassing van artikel 44 van de WAO, per 5 juni 2003 op nihil gesteld wegens inkomsten uit arbeid.

    1.2. Bij besluit van 29 december 2005 heeft het Uwv een bedrag van € 8.231,33 bruto van appellant teruggevorderd vanwege ten onrechte verstrekte WAO-uitkering over de periode van 5 juni 2003 tot en met 31 oktober 2004.

    1.3. Bij besluit van 10 april 2006 heeft het Uwv de aflossingscapaciteit van appellant berekend op € 467,12 per maand.

    1.4. Bij besluit van 19 oktober 2006 heeft het Uwv de bezwaren van appellant tegen de besluiten van 29 december 2005 en 10 april 2006 gedeeltelijk gegrond verklaard. Daarbij is het terugvorderingsbedrag gewijzigd in € 7.912,29 bruto wegens het ontbreken van inkomsten uit arbeid in de periode van 4 december 2003 tot en met 31 december 2003 en de aflossingscapaciteit per 1 april 2006 gewijzigd in € 193,98 per maand. Voorts is de hoogte van het aflossingsbedrag vastgesteld op € 169,61.

    1. Bij de aangevallen uitspraak is het beroep van appellant tegen het besluit van 19 oktober 2006 (hierna: bestreden besluit 1) gegrond verklaard voor zover gericht tegen de terugvordering van de WAO-uitkering over de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 oktober 2004 en is het bestreden besluit 1 in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT