Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Haarlem, 16 de Junio de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak16 de Junio de 2009
Uitgevende instantie:Haarlem

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht

Nevenzittingsplaats Haarlem

zaaknummer: AWB 08 / 33802

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 16 juni 2009

in de zaak van:

[naam eiseres],

geboren op [geboortedatum], van Nigeriaanse nationaliteit,

eiseres,

gemachtigde: mr. P.G.M. Lodder te Utrecht,

tegen:

de minister van Buitenlandse Zaken,

verweerder,

gemachtigde: mr. M. Gunster, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst te ’s-Gravenhage.

  1. Procesverloop

    1.1 Eiseres heeft op 26 mei 2008 een aanvraag ingediend tot het verlenen van een visum kort verblijf. Verweerder heeft de aanvraag bij besluit van 6 juni 2008 afgewezen. Eiseres heeft tegen het besluit op 26 juni 2008 bezwaar gemaakt. Verweerder heeft het bezwaar bij besluit van 26 augustus 2008, verzonden op 27 augustus 2008, kennelijk ongegrond verklaard. Eiseres heeft tegen dit besluit op 17 september beroep ingesteld.

    1.2 Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

    1.3 De openbare behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 16 april 2009. Partijen zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Tevens is verschenen de echtgenoot van eiseres, [naam echtgenoot] (referent).

  2. Overwegingen

    2.1 In beroep toetst de rechtbank het bestreden besluit aan de hand van de voorgedragen beroepsgronden op rechtmatigheid en ambtshalve aan voorschriften van openbare orde.

    2.2 Ingevolge artikel 72, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 (Vw) wordt een beschikking omtrent de afgifte van een visum voor de toepassing van hoofdstuk 7 “Rechtsmiddelen” van de Vreemdelingenwet 2000 gelijkgesteld met een beschikking omtrent een verblijfsvergunning regulier gegeven krachtens deze wet.

    2.3 Verweerder is op grond van artikel 7 van het Souverein Besluit van 12 december 1813 (Stcrt. 1814, 4) bevoegd tot het verlenen van visa.

    2.4 Ingevolge de artikelen 1 en 2 van het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie (Pbl. C 340 van 10 november 1997) is het Schengen-acquis, met inbegrip van de besluiten van het bij de uitvoeringsovereenkomsten van Schengen opgerichte Uitvoerend Comité, opgenomen in het institutionele en juridisch kader van de Europese Unie en treedt de Raad van de Europese Unie in de plaats van het Uitvoerend Comité. De Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-akkoord van 19 juni 1990, Trb. 1990/145 (SUO) maakt ingevolge de bijlage bij het Protocol deel uit van het Schengen-acquis.

    2.5 Ingevolge artikel 10, eerste lid, SUO wordt er een eenvormig visum ingesteld dat geldig is voor het grondgebied van alle Overeenkomstsluitende Partijen en kan dit visum worden verleend voor een periode van ten hoogste drie maanden.

    2.6 Ingevolge artikel 15 SUO mag een visum als bedoeld in artikel 10 SUO in beginsel slechts worden afgegeven, voor zover de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst gesteld in artikel 5, eerste lid, onder a, c, d en e, SUO.

    2.7 De artikelen 2 tot en met 8 van het SUO zijn ingetrokken op grond van artikel 39, eerste lid, van de verordening EG 562/2006 (Schengengrenscode). Ingevolge artikel 39, derde lid, van de Schengengrenscode worden verwijzingen naar geschrapte artikelen beschouwd als verwijzingen naar de Schengengrenscode.

    2.8 In artikel 5, eerste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT