Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 22 de Julio de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Julio de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector strafrecht

Parketnummers: 10/641046-09 en 10/662792-09

Datum uitspraak: 22 juli 2009

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1990 te Curaçao (Nederlandse Antillen),

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres]

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichtingen Rijnmond, Huis van Bewaring De Schie, te Rotterdam,

raadsman mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2009.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie zijn gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

Het ten laste gelegde komt er op neer dat de verdachte:

(parketnummer 10/641046-09)

heeft geprobeerd een man van het leven te beroven of zwaar te verwonden of in ieder geval hem heeft willen mishandelen door hem met een mes in zijn arm en rug te steken;

(parketnummer 10/662792-09)

een auto heeft gestolen door de bedrading daarvan los te trekken en de auto vervolgens te starten.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. Van der Helm heeft gerekwireerd tot:

- bewezenverklaring van het onder 10/641046-09 (impliciet primair) en 10/662792-09 (primair, met vrijspraak voor het medeplegen) ten laste gelegde;

- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

BEWIJSMOTIVERING EN BEWEZENVERKLARING

Parketnummer 10/641046-09.

Van het volgende wordt uitgegaan:

Op 9 februari 2009 bevond het slachtoffer [slachtoffer] zich in de RET-servicewinkel op de Coolsingel te Rotterdam. Zijn aandacht werd getrokken door een Antilliaanse man die een discussie had met een andere man. Toen het slachtoffer naar die man keek, hoorde hij die man roepen ‘wat kijk je’, waarop de man zich in de richting van het slachtoffer bewoog en een mes uit zijn rechterjaszak pakte. De man kwam voor het slachtoffer staan, waarna de man uit de winkel werd gestuurd door bewakingspersoneel. Toen het slachtoffer de winkel verliet, zag hij diezelfde man weer. De man riep iets van ‘door jou kan ik mijn abonnement niet halen’, waarna hij het mes weer tevoorschijn haalde, uitklapte en met een zwaaiende beweging naar het slachtoffer bracht. Omdat de man tegenover het slachtoffer stond en omdat het slachtoffer zag dat de man een zwaaiende beweging maakte en op zijn borst mikte, draaide het slachtoffer zijn lichaam naar links. Het slachtoffer werd hierbij in zijn rechterarm gestoken. Kort daarop voelde het slachtoffer dat er bloed langs zijn arm liep: onder meer zijn jas en blouse zaten onder het bloed. Het slachtoffer beschreef de man als een Antilliaan, 170-175cm lang, ongeveer 20 jaar oud, met een petje en een zwarte jas.

In het ziekenhuis werd geconstateerd dat er steekwonden in de rechterarm zaten, een in de zijkant van circa 4 cm (insteek), gehecht met drie hechtingen, een kleine wond aan de binnenzijde van de bovenarm (uitsteek) en voorts een kleine wond op de borstkas ongeveer ter hoogte van de vijfde borstwervel, waarbij alleen de huid werd doorboord. Het mes heeft dus de arm geheel doorboord. De arts heeft aangetekend dat er kans is op blijvende littekens.

De getuige [getuige 1], toen als beveiligingsmedewerker aanwezig buiten voor de RET-servicewinkel, heeft de steekpartij zien gebeuren. Hij zag dat de dader met zijn rechterhand een snelle steekbeweging maakte, recht naar voren, in de richting van de bovenarm van het slachtoffer. De getuige heeft geen mes gezien, maar zag wel dat er direct een witte pluim van de binnenvoering van de jas van het slachtoffer naar buiten stak. Even later zag de getuige dat de rechterarm van het slachtoffer onder het bloed zat. De getuige [getuige 2], eveneens beveiligingsmedewerker, heeft gezien dat de man een stiletto droeg met een zwart lemmet en dat het mes ongeveer tien centimeter groot was. De getuige [getuige 3] was ook in de RET-servicewinkel aanwezig. Hij zag dat de man uit de winkel werd gezet. Hij herkende deze man van gezicht, hij kende hem van vroeger van een clubhuis in [woonplaats]. De door de getuigen voornoemd afgegeven signalementen zijn steeds op belangrijke punten hetzelfde: Antilliaanse man, kroeshaar, dreads, petje, ongeveer 170 tot 175cm lang en ongeveer 20 jaar oud.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het de verdachte is geweest die het slachtoffer heeft gestoken.

De verdachte heeft ontkend dat hij die dag in de buurt van de Coolsingel is geweest en dat hij het slachtoffer heeft gestoken.

De rechtbank overweegt het navolgende.

Verbalisant [verbalisant 1] werd op dinsdag 10 februari 2009 door een medewerkster van de RET-servicewinkel verteld dat de dader van de steekpartij de dag ervoor weer in de winkel verschenen was en werd herkend door de getuige [getuige 1]. De dader had de medewerkers aldaar een document overhandigd, waaruit bleek dat de dader genaamd was: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1990 en wonende [woonadres] te Rotterdam. Na controle in het bevolkingsregister bleek dat de verdachte op dit adres woonachtig was. Dit document is aan de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] overhandigd. Bij de insluitingsfouillering van de verdachte werd een maandabonnement aangetroffen waarvan het stamkaartnummer overeen kwam met het nummer dat vermeld stond op het hierboven bedoelde document.

Aan de getuige [getuige 1] is een simultane fotobewijsconfrontatie aangeboden. Hij heeft de verdachte voor 100% herkend als de dader van de steekpartij. Bij eenzelfde confrontatie met de aangever heeft ook die de foto van de verdachte aangewezen. Ook de getuige [getuige 3], die de verdachte al van vroeger kende, heeft de verdachte van een foto herkend als zijnde de dader van de steekpartij.

Het is daarom de overtuiging van de rechtbank dat het de verdachte is geweest die op 9 februari 2009 het slachtoffer met een mes heeft gestoken.

Ten aanzien van de vraag hoe de hierboven vastgestelde feitelijkheden juridisch dienen te worden geduid overweegt de rechtbank het volgende.

Verdachte heeft het slachtoffer met mes in de arm en in de rug...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT