Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 14 de Agosto de 2009

Datum uitspraak14 de Agosto de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/4528 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Naam appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant)

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 juni 2008, 07/1928 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 14 augustus 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. H. Stoppelenburg, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juli 2009. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Stoppelenburg. Het Uwv was vertegenwoordigd door mr. M.H.A.H. Smithuysen.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Voor de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende.

      2.1. Appellant ontving een WAO-uitkering berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. Bij besluit van 18 oktober 2006 is de arbeidsongeschiktheid van appellant met ingang van 17 december 2006 verlaagd naar 25 tot 35%.

      2.2. Bij bestreden besluit van 11 juni 2007 is het bezwaar van appellant tegen het besluit van 18 oktober 2006 gegrond verklaard en is de arbeidsongeschiktheid (vanwege arbeidskundige aspecten) per 17 december 2006 vastgesteld op 35 tot 45%.

    2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft onder andere overwogen dat de grief van appellant dat in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 10 juli 2006 onvoldoende rekening is gehouden met zijn klachten (met name ten aanzien van concentreren, herinneren en sociaal functioneren, handelingstempo, emotionele problemen van anderen, lopen en zitten) niet slaagt. De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek van de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig en volledig is geweest en de conclusie van de bezwaarverzekeringsarts naar behoren is gemotiveerd. De bezwaarverzekeringsarts heeft de medische gegevens van neuroloog dr. P. Portegies bij zijn beoordeling betrokken. Voorts heeft de bezwaarverzekeringsarts aangegeven dat er geen aanwijzingen zijn voor geheugen- en/of concentratiezwakte of dat appellant niet een half uur zonder te verzitten zou kunnen zitten. Bovendien heeft appellant geen medische gegevens overgelegd die tot een ander oordeel kunnen leiden. Appellant is naar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT