Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 13 de Agosto de 2009

Datum uitspraak13 de Agosto de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/442 WWB + 08/443 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op de hoger beroepen van:

[Appellant] (appellant) en [Appellante] (appellante), beiden wonende te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 6 december 2007, 06/9837 (hierna: aangevallen uitspraak)

in het geding tussen:

appellanten

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage

(hierna: College)

Datum uitspraak: 13 augustus 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellanten heeft mr. J.M.M. Brouwer, advocaat te ’s-Gravenhage, hoger beroep ingesteld.

    Het College heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 juli 2009. Appellanten hebben zich laten vertegenwoordigen door mr. Brouwer en A. Mooijman. Het College heeft zich met voorafgaand bericht niet laten vertegenwoordigen.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Appellant ontving vanaf 10 maart 1992 bijstand voor een alleenstaande. Vanaf

      27 november 1999 ontvingen appellanten bijstand voor gehuwden, laatstelijk ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB).

      1.2. Naar aanleiding van signalen van de Belastingdienst waaruit bleek dat appellant een

      - niet bij het College bekende - bankrekening bij [naam bank] op zijn naam had staan (nummer [bankrekeningnummer]), heeft het College nader onderzoek doen instellen naar de rechtmatigheid van de aan appellanten verleende bijstand. In dat kader is aan appellanten verzocht alle bankafschriften/mutatieoverzichten van die bankrekening vanaf 1999 tot 2004 over te leggen alsmede een toelichting met bewijsstukken over alle stortingen/opnames en de herkomst van het geld.

      1.3. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in een rapportage van 17 mei 2006. Het College is op basis van die bevindingen tot de conclusie gekomen dat de kasstortingen op de verzwegen bankrekening in de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001 moeten worden aangemerkt als inkomsten van appellanten in de maanden waarin de stortingen hebben plaatsgevonden en dat tegoeden op die rekening, voor zover die de bijstandsnorm overstijgen, moeten worden toegevoegd aan het vermogen van appellanten. Voor zover het aldus berekende vermogen de toepasselijke grens van het vrij te laten vermogen overschreed, had dat moeten worden ingeteerd waardoor over enkele perioden geen recht op bijstand bestond. Het College heeft geconcludeerd dat de kosten van bijstand over de periode van 1 januari 1999 tot en met 26 november 1999 tot een bedrag van € 7.310,71 van appellant moeten worden teruggevorderd en over de periode van 27 november 1999 tot en met 31 december 2001 tot een bedrag van € 22.912,49 van appellanten.

      1.4. Bij besluit van 22 mei 2006 heeft het College de bijstand over een aantal in het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 20 november 2001 liggende perioden herzien dan wel ingetrokken deels in verband met de betreffende inkomsten in die maanden en deels in verband met in aanmerking te nemen vermogen. Bij dat besluit heeft het College tevens de gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 22.912,49 van appellanten teruggevorderd.

      1.5. Nadat appellanten tegen dit besluit bezwaar hadden gemaakt, heeft het College bij besluit van 14 augustus 2006 zijn besluit van 22 mei 2006 in die zin gecorrigeerd, voor zover hier van belang, dat het van appellant terug te vorderen bedrag nader is vastgesteld op € 30.223,20 en dat appellante uitsluitend aansprakelijk is voor de vordering over de periode van 27 november 1999 tot en met 31 december 2001 tot een bedrag van

      € 22.912,49.

      1.6. Bij besluit van 31 oktober 2006 heeft het College het bezwaar van appellanten tegen het besluit van 22 mei 2006 mede gericht geacht tegen het besluit van 14 augustus 2006 en dat bezwaar ongegrond verklaard.

    2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT