Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 14 de Agosto de 2009

Datum uitspraak14 de Agosto de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/1685 WAJONG

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 8 februari 2008, 07/792 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 14 augustus 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft H.J.C. Braamhaar hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juli 2009. Voor appellant zijn verschenen zijn ouders [naam vader] en [naam moeder]. Voor het Uwv is verschenen M.J. Geritsen.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Bij besluit van 8 februari 2007 heeft het Uwv geweigerd appellant een uitkering als bedoeld in de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten toe te kennen op de grond dat hij op 27 februari 2007, de dag waarop hij 18 jaar is geworden, voor minder dan 25 % arbeidsongeschikt is.

    1.2. Aan dit besluit ligt ten grondslag een medisch onderzoeksverslag van 4 januari 2007, waaruit blijkt dat er voor appellant in verband met de erfelijke aandoening B-thalassemie enkele arbeidsbeperkingen zijn aangenomen met betrekking tot heffen en tillen, deadlines en productiepieken. Een urenbeperking is niet aangenomen. Blijkens het verslag is mede in aanmerking genomen informatie van de Stichting Klinisch Genetisch Centrum Nijmegen. De arbeidsbeperkingen van appellant zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkheden lijst (FML) van 4 januari 2007. Aan het besluit van 8 februari 2008 ligt tevens ten grondslag een rapportage, gedateerd 7 februari 2007, van een arbeidsdeskundige. Blijkens deze rapportage moet appellant met zijn arbeidsbeperkingen in staat worden geacht gangbare arbeid te verrichten, waarmee hij een zodanig inkomen kan verwerven dat geen verlies aan verdiencapaciteit resteert.

    1.3. Bij besluit van 3 juli 2007 heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van 8 februari 2007 ongegrond verklaard.

    1.4. Aan dit besluit ligt ten grondslag een rapportage van een bezwaarverzekeringsarts van 27 juni 2007. Deze arts heeft inlichtingen ingewonnen bij de huisarts van appellant en heeft mede op basis hiervan zich kunnen verenigen met de FML van 4 januari 2007.

    2.1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van 3 juli 2007 ongegrond verklaard.

    2.2. De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT