Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Amsterdam, 28 de Agosto de 2009
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 28 de Agosto de 2009 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Amsterdam |
RECHTBANK AMSTERDAM
TWAALFDE KAMER
Parketnummer: 13/129309-03
RK: 08/5248, 08/5249
BESCHIKKING
Op de verzoeken ex artikel 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1950,
voor deze verzoeken woonplaats kiezende op het kantoor van zijn raadsman
mr. V. Kraal, Anne Frankstraat 71, 1018 DM Amsterdam,
verzoeker.
Procesgang
Het verzoekschrift is op 30 september 2008 ter griffie van deze rechtbank ingekomen.
De officier van justitie heeft op 20 februari 2009 een conclusie ingediend, waarna de raadsman van verzoeker op 17 mei 2009 heeft gerepliceerd en de officier van justitie op zijn beurt een conclusie van dupliek d.d. 22 juni 2009 heeft ingediend.
De rechtbank heeft op 6 augustus 2009 de raadsman van verzoeker en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.
De raadsman heeft medegedeeld dat verzoeker op de hoogte is van de behandeling van zijn verzoeken, doch afziet van zijn recht om in raadkamer aanwezig te zijn.
Inhoud van het verzoekschrift
Het verzoekschrift strekt tot het toekennen van een vergoeding ten laste van de Staat van € 10.000,- voor (immateriële) schadevergoeding vanwege de ondergane verzekering, alsmede tot het toekennen van een vergoeding van € 521,28 ter zake van loonderving in verband met de ondergane detentie en een forfaitaire vergoeding voor het opstellen, indienen en behandelen van het verzoekschrift.
Standpunten.
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verzoeker niet-ontvankelijk dient te worden verklaard aangezien de zaak op 30 juni 2008, door toesturing van een kennisgeving van niet verdere vervolging aan verzoeker, is geëindigd. Nu de termijn voor indiening van het verzoekschrift aldus is aangevangen op 30 juni 2008, is het verzoekschrift te laat ingediend. Subsidiair heeft de officier van justitie in raadkamer aangevoerd dat hij zich niet verzet tegen toekenning van schadevergoeding ter hoogte van de standaardvergoeding, maar dat er geen aanleiding is om een hogere vergoeding toe te kennen, nu deze verhoging onvoldoende is onder-bouwd en niet is gebleken van causaal verband tussen de gestelde schade en de ondergane detentie. De officier van justitie acht het verzoek om vergoeding van loon-derving onvoldoende onderbouwd.
De raadsman heeft – zakelijk weergegeven – naar voren gebracht dat het verzoekschrift tijdig is ingediend. De kennisgeving is weliswaar op 30 juni 2008 aan de raadsman van verzoeker...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT