Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 4 de Noviembre de 2009

Datum uitspraak 4 de Noviembre de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

07/5705 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 20 augustus 2007, 06/4116 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 4 november 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Bij brief van 4 september 2009 heeft appellant nadere stukken ingediend waarop van de zijde van het Uwv is gereageerd met een rapport van de bezwaarverzekeringsarts E.J.M. van Paridon van 15 september 2009.

    Bij faxbericht van 23 september 2009 heeft appellant gereageerd op laatstvermeld rapport.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 september 2009. Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door L. den Hartog.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.2. Appellant was werkzaam als senior technisch medewerker bouwkunde, toen hij op 7 september 1998 is uitgevallen met rugklachten na een hem overkomen ongeluk. Appellant is door een rechtsvoorganger van het Uwv met ingang van 26 juli 1999 in aanmerking gebracht voor een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%. Met ingang van 1 juli 2004 is aan appellant eervol ontslag verleend; per diezelfde datum is appellant voor 19 uur per week herplaatst in de eigen functie.

    1.3. In het kader van een herbeoordeling in verband met het per 1 oktober 2004 aangepaste Schattingsbesluit heeft de arts J. Broux appellant gezien tijdens een spreekuurcontact. In zijn rapport van 13 maart 2006 heeft deze arts geconcludeerd dat appellant is aangewezen op rugsparend werk met mogelijkheid tot vertreden. Broux legde zijn bevindingen vast in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 14 maart 2006. Met inachtneming hiervan heeft de arbeidsdeskundige G. Mulders in zijn rapport van 6 april 2006 geconcludeerd dat appellant geschikt was te achten voor zijn eigen werk. In overeenstemming hiermee heeft het Uwv bij besluit van 19 april 2006 de WAO-uitkering van appellant met ingang van 20 juni 2006 ingetrokken.

    1.4. In de bezwaarprocedure hebben de bezwaarverzekeringsartsen I.F.D. van den Bold en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT