Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 18 de Noviembre de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Noviembre de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

Uitspraak: 18 november 2009

VONNIS van de enkelvoudige kamer in de gevoegde zaken van:

zaak-/rolnummer 299369 / HA ZA 08-166

de vennootschap opgericht naar het recht van de plaats harer vestiging

BAKRO LTD.,

gevestigd te Blakelands, Milton Keynes, Verenigd Koninkrijk,

eiseres,

advocaat mr. O.E. Meijer,

- tegen -

  1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    VAN HEUGTEN TRANSPORT B.V.,

    gevestigd te Scherpenzeel,

    gedaagde,

    advocaat mr. M. Spanjaart,

  2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    VAN GINKEL TRAMSPORT RENSWOUDE B.V.,

    gevestigd te Renswoude,

    gedaagde,

    advocaat mr. B.S. Janssen,

    en

    zaak- / rolnummer 299346 / HA ZA 08-156

    de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    VAN HEUGTEN TRANSPORT B.V.,

    gevestigd te Scherpenzeel,

    eiseres in vrijwaring,

    advocaat mr. M. Spanjaart,

    - tegen –

    de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    VAN GINKEL TRAMSPORT RENSWOUDE B.V.,

    gevestigd te Renswoude,

    gedaagde in vrijwaring,

    advocaat mr. B.S. Janssen.

    Partijen worden hierna aangeduid als respectievelijk "Bakro", "Van Heugten" en "Van Ginkel".

    1 Het verloop van het geding

    In de ‘hoofdzaak’

    De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

    - dagvaarding van 2 november 2007;

    - de door Bakro bij akte overgelegde zeven producties;

    - conclusie van antwoord van Van Ginkel, met twee producties;

    - conclusie van antwoord van Van Heugten;

    - tussenvonnis van 6 augustus 2008, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

    - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 12 november 2008, alsmede de daarin als in het geding gebrachte vermelde stukken;

    - conclusie van repliek tevens inhoudende vermindering van eis, met negen producties; conclusie van dupliek van Van Ginkel, met vijf producties;

    - conclusie van dupliek van Van Heugten.

    In de ‘vrijwaringszaak’

    De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

    - dagvaarding;

    - conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke conclusie van eis in reconventie, met vier producties;

    - conclusie van repliek, met één productie;

    - conclusie van dupliek, met één productie;

    - conclusie van dupliek in reconventie.

    Voeging

    Deze zaken zijn gevoegd.

    2 De vaststaande feiten in de ‘hoofdzaak’ en de ‘vrijwaringszaak’

    Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover thans van belang - het volgende vast:

    2.1

    Bakro heeft op of omstreeks 3 november 2006 van Centaur Metals and Alloys Ltd. (hierna: Centaur) opdracht gekregen voor het vervoer van (in eerste instantie) twee partijen tin van Birmingham, Verenigd Koninkrijk, naar Rotterdam ter aflevering aldaar aan Steinweg. Echter, Bakro heeft slechts één lading tin van Centaur ten vervoer naar Rotterdam in ontvangst genomen en wel op of omstreeks 8 november 2006.

    2.2

    Bakro en Van Heugten werkten al jaren samen op basis van een mondeling gesloten gentlemen’s agreement dat inhield dat Bakro van door haar aangenomen vervoer het deel op het Europese vasteland aan Van Heugten uitbesteedde en dat Van Heugten van door haar aangenomen vervoer het deel in het Verenigd Koninkrijk liet uitvoeren door Bakro.

    In dat kader heeft Bakro het vervoer over de weg van de onderhavige partij tin van Scheveningen naar Rotterdam uitbesteed aan Van Heugten.

    2.3

    Op of omstreeks donderdag 9 november 2006 is de trailer met de lading tin per schip in Scheveningen aangekomen.

    2.4

    Van Ginkel heeft in opdracht van Van Heugten het feitelijke vervoer van de onderhavige partij tin vanaf Scheveningen bewerkstelligd. [[chauffeur], als chauffeur in dienst bij Van Ginkel, heeft op vrijdag 10 november 2006 rond 16.30 uur de met de partij tin beladen trailer in Scheveningen opgehaald en naar Scherpenzeel gereden. Aldaar heeft [chauffeur] de trailer (na niet te zijn toegelaten bij Interface) op het terrein van Modiform geparkeerd, langs de omheining, nabij een niet in gebruik zijnde poort die was afgesloten en is hij met zijn trekker rond 19.00 uur vertrokken van dat terrein.

    2.5

    Op maandag 13 november 2006 is rond 6.15 uur ontdekt dat het hangslot van de poort van het terrein van Modiform was doorgeknipt en dat de trailer was verdwenen.

    2.6

    Bij de inontvangstneming van de trailer in Scheveningen heeft [chauffeur] een vrachtbrief opgemaakt, omdat enige vrachtbrief ontbrak. De door [chauffeur] opgemaakte vrachtbrief bestrijkt het gehele vervoer van Birmingham naar Rotterdam.

    3 Het geschil in de ‘hoofdzaak’

    3.1

    Na eisvermindering bij conclusie van repliek vordert Bakro dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Van Heugten en Van Ginkel als hoofdelijke schuldenaren, althans Van Heugten of Van Ginkel zal veroordelen tot betaling aan Bakro van US$ 211.207,06 omgerekend in Euro tegen de koers van de dag van betaling, vermeerderd met de CMR-rente vanaf de dag der aansprakelijkstelling, 13 november 2006, tot de dag der algehele voldoening, een en ander vermeerderd met de expertisekosten en de buitengerechtelijke kosten conform Rapport Voorwerk II ad € 4.000,- althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, alsmede de kosten van het onderhavige geding en de nakosten ad € 131,- dan wel, indien betekening van het vonnis plaatsvindt, ad € 199,- en met de verklaring dat (ook) deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad zal zijn en met bepaling dat daarover wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van 14 dagen na de datum van het te dezen te wijzen vonnis.

    3.2

    Bakro legt aan haar vorderingen de volgende stellingen ten grondslag:

    - Bakro heeft met Van Heugten een overeenkomst tot het vervoer van goederen gesloten waarop de CMR van toepassing is;

    - aangezien Van Heugten de lading tin niet heeft afgeleverd ter bestemming, is zij op grond van artikel 3 juncto artikel 17 CMR aansprakelijk voor de schade;

    - door overname van de lading tin in Scheveningen is Van Ginkel toegetreden tot voornoemde overeenkomst; Van Ginkel is derhalve te beschouwen als opvolgend vervoerder in de zin van artikel 34 CMR, zodat ingevolge artikel 37 CMR Van Ginkel rechtstreeks jegens Bakro aansprakelijk is tot schadevergoeding;

    - voor zover de CMR niet van toepassing is, zijn/is Van Heugten en/of Van Ginkel aansprakelijk op grond...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT