Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 3 de Junio de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Junio de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

beschikking

RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE – MEERVOUDIGE WRAKINGSKAMER

Wrakingnummer 2009/11

rekestnummer: 337591/ HA RK 09-220

kenmerknummer: 753092.RL.EXPL 08-10688

datum beschikking: 3 juni 2009

BESCHIKKING

op het schriftelijke verzoek tot wraking ingevolge artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in de zaak van:

[verzoeker]

wonende te ‘s-Gravenhage,

verzoeker,

gemachtigden: [A], gerechtsdeurwaarder bij GGN Maas-Delta te Rotterdam, en

mr. [B], werkzaam bij DSW Zorgverzekeraar U.A. te Schiedam,

tegen

Mr. [X],

kantonrechter in de rechtbank te ’s-Gravenhage

  1. Voorgeschiedenis en het procesverloop

    1.1 Bij verstekvonnis van 28 februari 2008 is verzoeker veroordeeld tot betaling aan [C] (hierna: [C]) van een bedrag van € 2.162,22, vermeerderd met rente en kosten. In de daaropvolgende verzetprocedure heeft mr. [X] [C] toegelaten tot het leveren van bewijs over de in opdracht en voor rekening van verzoeker verrichte behandelingen, die aan de vordering ten grondslag waren gelegd. Op 23 februari 2009 en 18 maart 2009 hebben getuigenverhoren plaatsgehad. Partijen, eerst [C], hebben vervolgens een conclusie na enquête genomen.

    1.2 Bij brief van 4 mei 2009 heeft mr. [A] namens verzoeker een verzoek tot wraking van mr. [X] ingediend.

    1.3 Mr. [X] heeft schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek. Deze reactie is op 18 mei 2009 door de wrakingskamer ontvangen.

  2. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek

    Op 25 mei 2009 is het wrakingsverzoek ter zitting van deze wrakingskamer behandeld. Verzoeker is verschenen bij zijn gemachtigde mr. [B]. Namens [C] is verschenen, [D]. Mr. [X] is, na voorafgaande kennisgeving, niet verschenen.

  3. Het standpunt van verzoeker

    Verzoeker heeft het volgende ten grondslag gelegd aan zijn wrakingsverzoek:

    3.1 Mr. [X] heeft gezegd dat hij het vreemd vindt dat verzoeker door een gemachtigde van Zorgverzekeraar DSW wordt vertegenwoordigd en dat hij zich het bezwaar daartegen van [C] goed kan voorstellen - deze opmerking strookt niet met de wet en jurisprudentie;

    3.2 Toen bleek dat de vordering niet op 2007 maar op 2006 zag - omdat de praktijk van [C] na een inval van de Fiod/ECD in 2006 was gesloten - heeft mr. [X] gesuggereerd dat [C] de grondslag van zijn vordering zou wijzigen en heeft hij vervolgens, in weerwil van de bezwaren daartegen van verzoeker - die er onder meer op heeft gewezen dat de overgelegde facturen waren gedateerd op 2007 - en in strijd met de wet waarin is bepaald dat een eiswijziging...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT