Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 15 de Octubre de 2009
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 15 de Octubre de 2009 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank 's-Gravenhage |
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Meervoudige kamer
7x
Rekestnummer: FA RK 05-7310 en FA RK 08-4940
Zaaknummer: 256384 en 314048
Datum beschikking: 15 oktober 2009
Scheiding
Beschikking op het op 21 december 2005 ingekomen verzoek van:
[mevrouw A],
de vrouw,
ten tijde van indiening van het verzoekschrift wonende te [plaats A], thans wonende te [plaats B], Verenigde Arabische Emiraten,
advocaat: mr. M.R.P.Drielsma te 's-Gravenhage
(voorheen: mr.F.W. Hoff te 's-Gravenhage).
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de heer B],
de man,
wonende te [plaats C],
advocaat: mr. S.M.C. Koerhuis te Zwolle (voorheen mr. P.T. Verburg te Zwolle).
Procedure
Bij beschikking van 29 mei 2007 van deze rechtbank en kamer is (onder meer) de beslissing ten aanzien van de vervangende toestemming van de rechtbank voor verhuizing naar Egypte, van de vrouw met de minderjarigen:
- [D], geboren op [datum] 1995 te [plaats F], Egypte, en
- [E], geboren op [datum] 1998 te [plaats F], Egypte],
en de beslissing ten aanzien van de omgang van de man met de minderjarigen -pro forma- aangehouden. Bij beschikking van 7 augustus 2007 van deze rechtbank is de vrouw toegestaan tussentijds hoger beroep in te stellen van de hiervoorgenoemde tussenbeschikking van 29 mei 2007 voor zover die beschikking zag op de verzoeken tot vervangende toestemming en omgang.
Op 23 juni 2008 heeft de man een verzoekschrift ingediend (FA RK 08-4940/314048). Het verzoek strekt primair tot wijziging van het gezamenlijk ouderlijk gezag met bepaling dat voortaan de man het eenhoofdig gezag over de minderjarigen zal hebben. Subsidiair verzoekt de man om de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij hem vast te stellen.
Bij beschikking d.d. 17 december 2008 heeft het gerechtshof 's-Gravenhage (onder meer) het verzoek van de vrouw tot het verlenen van vervangende toestemming om met de minderjarigen naar Egypte te verhuizen afgewezen. De bij beschikking van deze rechtbank d.d. 29 mei 2007 aangehouden beslissing met betrekking tot de omgang is bij het gerechtshof niet aan de orde geweest.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
- een brief d.d. 9 juli 2008 van de zijde van de vrouw;
- een brief d.d. 14 juli 2008 van de zijde van de man;
- het op 29 mei 2009 door de vrouw ingediende verweerschrift tevens zelfstandig verzoek;
- de brief d.d. 29 mei 2009 van de zijde van de vrouw;
- de brief d.d. 21 augustus 2009, met bijlagen, van de zijde van de man;
- twee brieven d.d. 21 augustus 2009, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- de brief d.d. 24 augustus 2009, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- de brief d.d. 24 augustus 2009 van de zijde van de vrouw.
Op 3 september 2009 is de behandeling ter terechtzitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de advocaat van de vrouw en de man met zijn advocaat. Beide partijen hebben pleitnotities overgelegd.
De minderjarigen hebben hun mening schriftelijk kenbaar gemaakt.
Beoordeling
De rechtbank handhaaft al hetgeen bij beschikking d.d. 29 mei 2007 en 7 augustus 2007 is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Met betrekking tot de zaak met nummer FA RK 08-4940/314048 (de gezagsvoorziening en de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen)
Partijen zijn gezamenlijk met het ouderlijk gezag over de minderjarigen belast.
De man verzoekt primair eenhoofdig hem met het gezag over de minderjarigen te belasten. Subsidiair verzoekt hij om de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij hem vast te stellen.
De vrouw voert verweer en...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT