Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 22 de Diciembre de 2009

Datum uitspraak22 de Diciembre de 2009
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200901623/1/V2.

Datum uitspraak: 22 december 2009

Raad van State

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 2 februari 2009 in zaak nr. 09/347 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de minister van Justitie.

1. Procesverloop

Bij besluit van 10 oktober 2008 heeft de ambtenaar belast met de grensbewaking [de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling) de toegang tot het Schengengebied geweigerd.

Bij besluit van 5 december 2008 heeft de minister van Justitie (hierna: de minister) het daartegen door de vreemdeling ingestelde administratieve beroep ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 2 februari 2009, verzonden op 5 februari 2009, heeft de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, (hierna: de rechtbank) het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 5 maart 2009, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

De minister heeft een verweerschrift ingediend.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 562/2006 (hierna: de Schengengrenscode) gelden voor onderdanen van derde landen de volgende toegangsvoorwaarden voor een verblijf van ten hoogste drie maanden per periode van zes maanden:

  1. in het bezit zijn van één of meer geldige reisdocumenten of documenten die recht geven op grensoverschrijding;

    (...)

  2. het doel van het voorgenomen verblijf en de verblijfsomstandigheden kunnen staven, alsmede beschikken over voldoende middelen van bestaan, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land herkomst of voor de doorreis naar een derde land, waar de toegang is gewaarborgd, dan wel in staat zijn deze middelen rechtmatig te verwerven.

    Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Schengengrenscode wordt, voor zover thans van belang, indien een onderdaan van een derde land niet aan alle in artikel 5, eerste lid, vermelde toegangsvoorwaarden voldoet, en niet tot de in artikel 5, vierde lid, genoemde categorieën personen behoort, hem de toegang tot het grondgebied van de lidstaten geweigerd.

    2.1.1. Artikel 3, eerste lid, van de Overeenkomst tussen de Benelux-staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen en verblijvende personen van 12 december 2003 (Trb. 2004, 38; hierna: de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT