Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Breda, Sector kanton, 6 de Enero de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Enero de 2010
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK BREDA

Sector kanton

Locatie Tilburg

zaak/rolnr.: 552025 OV VERZ 09-3001

beschikking d.d. 6 januari 2010

inzake

Huurders-Belangenvereniging Holland-Carré,

gevestigd te Tilburg, correspondentieadres Buxusplaats 146 Tilburg,

verzoekende partijen, nader te noemen HBV,

gemachtigde: mr. A.L.W. van den Berg,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VESTEDA GROEP B.V.,

gevestigd te 5611 CE Eindhoven, Vestdijk 76,

verwerende partij, nader te noemen Vesteda,

gemachtigde: mr. R.W. Janssen, advocaat te Maastricht.

  1. Het verdere verloop van het geding

    1.1 Dit blijkt uit de navolgende stukken:

    1. de tussen partijen gegeven beschikking d.d. 18 augustus 2009;

    2. het daarop ontvangen verweerschrift;

    3. de met het oog op de mondelinge behandeling van het verzoek ingekomen reactie van de

      zijde van HBV;

    4. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot het verhandelde ter terechtzitting van

      26 november 2009.

      1.2 De inhoud van voormelde stukken, met inbegrip van de daarbij gevoegde producties, kan als hier overgenomen en ingelast worden beschouwd.

  2. De verdere beoordeling van het verzoek

    2.1 Verwezen wordt naar de door de kantonrechter op 18 augustus 2009 gegeven beschikking als hierboven vermeld. Aangezien het door een 45-tal huurders gelijktijdig met het onderhavige verzoek van HBV ingediende verzoek diende te worden ingeleid met een dagvaarding, zijn de beide zaken bij die beschikking gesplitst en is aan de huurders de gelegenheid geboden Vesteda alsnog op te roepen bij exploot. Daarvan hebben zij gebruik gemaakt.

    2.2 In laatstbedoelde (gewone) dagvaardingsprocedure met rolnummer 565518-CV EXPL 09-8504 heeft Vesteda vervolgens geconcludeerd voor antwoord, waarna de kantonrechter een comparitie van partijen heeft gelast die, met instemming van alle partijen en nu dat wel voor de hand lag gelet op de onderlinge samenhang, heeft plaatsgevonden gelijktijdig met de mondelinge behandeling van het onderhavige verzoek van HBV. HBV/de huurders hebben, vooruitlopend daarop, nog een reactie ingediend op het door Vesteda ingediende verweerschrift/de conclusie van antwoord. Ter mondelinge behandeling/comparitie hebben partijen verklaard als in de aantekeningen van de griffier vermeld. Aansluitend heeft de kantonrechter zowel beschikking als vonnis bepaald op heden.

    2.3 Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende weersproken staat tussen partijen het navolgende vast:

    - Vesteda is eigenaresse van het complex Holland Carré gelegen te Tilburg aan de Buxusplaats/Hart van Brabantlaan;

    - dat complex is thans 2,5 jaar oud en telt in totaal 99 appartementen die worden verhuurd;

    - de huren per appartement variëren van omstreeks € 800,- tot € 1.300,- per maand, exclusief bijkomende (service-)kosten;

    - als uitvloeisel van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) kent het complex sinds begin 2009 een huurders(belangen-)organisatie, te weten HBV;

    - de in deze althans de andere bovenvermelde procedure verzoekende/vorderende huurders zijn allen lid van HBV;

    - aangezien de huurprijs bij aanvang van de huurovereenkomst hoger was dan het op dat moment geldende, op grond van artikel 3 lid 2 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vastgestelde, bedrag is sprake van geliberaliseerde huur;

    - op grond van artikel 7:247 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn daarom slechts enkele van de dwingendrechtelijke bepalingen van Onderafdeling 2 van Boek 7, Titel 4 Afdeling 5 BW op de individuele huurovereenkomsten van toepassing;

    - het betreft hier de bepalingen die zien op de toetsing van de redelijkheid van de overeengekomen aanvangshuurprijs, op het ten hoogste één keer per jaar verhogen van de huurprijs en op de toetsing of in verband met de totstandkoming van een huurovereenkomst betreffende woonruimte gemaakte bedingen, voor zover niet de huurprijs betreffende, een niet redelijk voordeel opleveren;

    - toetsing van de redelijkheid van de individueel overeengekomen aanvangshuurprijs op grond van artikel 7:249 BW heeft in geen enkel geval plaatsgevonden;

    - ingevolge artikel 5 lid 1 van de met de individuele huurders gesloten (standaard-) huurovereenkomst is Vesteda gerechtigd de huurprijs jaarlijks per 1 juli te verhogen op basis van het maandprijs indexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), reeks alle huishoudens (2006 =100), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waarbij het percentage van de wijziging die daaruit voortvloeit “zal worden verhoogd met een opslag van maximaal 2” (%);

    - per 1 juli 2008 heeft Vesteda de huurprijs verhoogd met 4,2 %, zijnde 2,2 % inflatiecorrectie en 2 % opslag;

    - bij schrijven van 21 april 2009 bericht Vesteda de HBV over haar voornemen de huur (van de appartementen) met ingang van 1 juli...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT