Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zwolle, 18 de Febrero de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Febrero de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Zwolle

vonnis

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 136827 / HA ZA 07-1219

Vonnis van 18 februari 2009

in de zaak van

[eiser]

wonende te Ulft,

eiser,

advocaat mr. S.J. de Vries, te Zwolle,

tegen

[gedaagde]

wonende te Zwolle,

gedaagde,

advocaat mr. M.F.H.M. van Haastert, te Zwolle.

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 21 november 2007

    - het proces-verbaal van comparitie van 29 januari 2008

    - de akte van [eiser]

    - de antwoordakte van [gedaagde].

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. [eiser] is eigenaar van een bedrijfspand aan de [adres] te Ulft, hierna te noemen: “het pand”.

    2.2. [eiser] heeft het pand via zijn tussenpersoon “Hunnink en Holtrigter Assurantieadviseurs” in 1994 tegen brandschade verzekerd bij Tiel Utrecht Verzekeringen. In 2001 is Tiel Utrecht Verzekering gefuseerd met De Goudse Verzekeringen (hierna: “De Goudse”); de verzekeraar van [eiser] was vanaf dat moment De Goudse. De herbouwwaarde van het pand is in 1994 gesteld op fl. 180.000, met een jaarlijkse indexering met een door CBS of het Verbond van Verzekeraars vast te stellen indexcijfer.

    2.3. [gedaagde] was in 1994 werkzaam bij Hunnink en Holtrigter Assurantieadviseurs en contactpersoon van [eiser]. Vanaf 1995 is [gedaagde] zelfstandig werkzaam onder de naam Assurantiekantoor [gedaagde]. [gedaagde] is sinds 1995 voor wat betreft de brandverzekering de tussenpersoon van [eiser].

    2.4. Op 9 september 2005 is er brand ontstaan op de benedenverdieping van het pand. Deze brand heeft een schade veroorzaakt van EUR 57.863,13. Bij inspectie van de schade heeft EMN Expertise B.V. (hierna: EMN) medegedeeld dat het pand was onderverzekerd. De verzekerde herbouwwaarde bedroeg op dat moment EUR 106.300. De betreffende deskundige meende dat de werkelijke herbouwwaarde gesteld moest worden op EUR 178.000. De Goudse heeft op basis van onderverzekering een bedrag van EUR 34.555,35 uitgekeerd.

    2.5. [eiser] en [gedaagde] hebben naar aanleiding van deze uitkering De Goudse trachten te bewegen tot het doen van een hogere uitkering. Ook na de comparitie na antwoord hebben partijen De Goudse aangeschreven teneinde een hogere uitkering voor [eiser] te verkrijgen. De Goudse heeft geen nadere uitkering gedaan.

    2.6. Op 13 maart 2007 heeft [eiser] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade, bestaande uit het verschil tussen de schade veroorzaakt door de brand en het door de verzekeraar uitgekeerde bedrag.

  3. Het geschil

    3.1. [eiser] vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van EUR 23.307,78, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2007 en (proces)kosten. Hij legt hieraan ten grondslag dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de op hem rustende zorgplicht. [gedaagde] had het verzekerd bedrag in de gaten moeten houden, [eiser] hieromtrent moeten inlichten en hem moeten wijzen op de noodzaak eventueel een nieuwe taxatie te verrichten om onderverzekering te voorkomen. Nu hij dit heeft nagelaten en het pand onderverzekerd bleek, is [gedaagde] gehouden de door [eiser] geleden schade te voldoen.

    3.2. [gedaagde] betwist dat hij is tekortgeschoten in de op hem rustende verplichtingen. Hij stelt daartoe onder meer:

    - De zorgplicht is afhankelijk van de persoon van de verzekeringnemer. [eiser] is geen onwetende consument, maar tijdelijk in dienst geweest bij [gedaagde];

    - [gedaagde] heeft [eiser] in 1994 geadviseerd het pand te laten taxeren. [gedaagde] mocht er vervolgens van uit gaan dat, omdat er een taxatie had plaatsgevonden en er een indexeringsclausule van kracht was, de verzekerde som actueel zou blijven. Ook gedurende de looptijd van de verzekering heeft [gedaagde] [eiser] meermaals geadviseerd het pand te laten taxeren. Van een schending van de zorgplicht is dan ook geen sprake;

    - Er is geen causaal verband tussen een eventueel tekortschieten van [gedaagde] en de schade, omdat [eiser] hoe dan ook geen taxatie zou hebben laten plaatsvinden;

    - [eiser] heeft het advies van [gedaagde] om het pand te laten taxeren niet opgevolgd zodat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT