Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Groningen, Sector kanton, 21 de Enero de 2010
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 21 de Enero de 2010 |
Uitgevende instantie: | Sector kanton |
RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 374438 \ CV EXPL 08-11206
Vonnis d.d. 21 januari 2010
inzake
G.,
wonende te [adres],
eiser, hierna G. te noemen,
gemachtigde J.H. Nijp, werkzaam bij 1*2*3* incasso;
tegen
de besloten vennootschap Party- en Recreatiecentrum Strandheem B.V.,
gevestigd te 9865 VN Opende, Parkweg 5,
gedaagde, hierna Strandheem te noemen,
gemachtigde mr. A.C. Rietveld, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te Amsterdam.
PROCESGANG
G. heeft bij dagvaarding de veroordeling van Strandheem gevorderd – uitvoerbaar bij voorraad - tot betaling aan G. van een bedrag van € 1.409,82 wegens achterstallig loon, € 605,61 wegens achterstallig vakantiegeld en € 486,21 wegens een tegoed aan vrije dagen, € 300,00 wegens advieskosten, € 25,07 wegens de wettelijke rente berekend tot
15 juni 2008, € 475,00 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief BTW en € 1.801,72 wegens de wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 BW, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding, alsmede de veroordeling van Strandheem in de kosten van de procedure.
Strandheem heeft bij conclusie van antwoord geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring, althans tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van G. in de kosten van dit geding, het salaris van de gemachtigde van Strandheem daaronder begrepen.
Op 19 november 2008 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Daarvan heeft de griffier aantekeningen gehouden welke zich bij de stukken bevinden. Ter comparitie heeft Strandheem een brief met bijlagen van 6 november 2008 overgelegd.
Partijen hebben respectievelijk geconcludeerd voor repliek en dupliek, onder overlegging van producties.
Tot slot is de datum voor het vonnis nader bepaald op vandaag.
OVERWEGINGEN
-
De vaststaande feiten
1.1 De kantonrechter gaat uit van de navolgende vaststaande feiten, zijnde deze over en weer door een partij gesteld en niet, dan wel niet voldoende door de andere partij weersproken, al dan niet gestaafd en in zoverre niet weersproken door de overgelegde stukken.
1.2 G. is van 16 februari 2007 tot 16 februari 2008 bij Strandheem voor bepaalde tijd in dienst geweest als activiteitenbegeleider. De overeenkomst is van rechtswege geëindigd.
1.3 G. heeft op enig moment na indiensttreding de beschikking gekregen over een bestelauto van de werkgever. Schriftelijke afspraken zijn hierover niet gemaakt. De auto van de werkgever is niet verwerkt in het salaris...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT