Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 12 de Enero de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Enero de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

Beschikking d.d. 12 januari 2010

Zaaknummer 200.046.869

HET GERECHTSHOF ARNHEM

Nevenzittingsplaats Leeuwarden

Beschikking in de zaak van

[de vrouw],

wonende te [woonplaats],

appellante,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. H.C.L. Crozier,

kantoorhoudende te Sneek,

tegen

[de man],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

hierna te noemen: de man.

Belanghebbende:

Mr. J. Burema,

advocaat te Almere,

in de hoedanigheid van bijzonder curator over

[het kind], geboren op [geboortedatum],

hierna ook te noemen: de bijzondere curator.

Het geding in eerste aanleg

Bij beschikking van 1 juli 2009 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, - voor zover hier thans van belang - de man vervangende toestemming verleend tot erkenning van [het kind] voornoemd.

Het geding in hoger beroep

Bij beroepschrift, binnengekomen op de griffie op 29 september 2009, heeft de vrouw verzocht mr. D. Velthuis-Leutenegger te benoemen als bijzondere curator en een last tot toevoeging op haar naam af te geven, alsmede de beschikking van 1 juli 2009 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, te vernietigen en opnieuw rechtdoende de vervangende toestemming tot erkenning alsnog te weigeren.

Bij brieven van 3 december 2009 heeft het hof aan bovengenoemde partijen, alsmede aan mr. Velthuis-Leutenegger, verzocht binnen twee weken nadien schriftelijk hun standpunt te laten weten met betrekking tot het verzoek om mr. Velthuis-Leutenegger tot bijzonder curator te benoemen in de plaats van mr. Burema.

Het hof heeft kennisgenomen van de daarop binnengekomen reacties van mr. Velthuis-Leutenegger d.d. 4 december 2009, mr. Crozier d.d. 7 december 2009 en mr. Burema d.d. 17 december 2009. Van de vader is binnen de gestelde termijn geen reactie ontvangen.

De beoordeling

  1. Alvorens het verzoek tot vernietiging van de verleende vervangende toestemming tot erkenning kan worden behandeld dient vast te staan wie de belangen van [het kind] in hoger beroep als bijzonder curator dient te behartigen. Om die reden heeft het hof partijen verzocht zich daarover uit te laten, alsmede over de vraag welke rechter bevoegd is om op dit punt een oordeel te geven.

  2. Mr. Velthuis-Leutenegger heeft meegedeeld bereid te zijn om als bijzonder curator op te treden. Zij stelt dat op grond van artikel 1:212 BW het hof bevoegd is tot benoeming van de bijzondere curator, nu de zaak bij het hof aanhangig is.

  3. Mr. Crozier heeft gesteld dat de vertegenwoordiging van [het kind] niet in haar belang is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT