Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 25 de Agosto de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Agosto de 2009
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector handel

Zaaknummer : 105.007.614/01

Rolnummer (oud) : 08/204

Rol/zaakno. rechtbank : 276155 / HA ZA 06-3688

Arrest van de eerste civiele kamer d.d. 25 augustus 2009

inzake

[DE VERKOPER],

wonende te [Woonplaats],

appellante,

hierna te noemen: [de verkoper],

advocaat: mr. J.D. Boetje te ‘s-Gravenhage,

tegen

  1. [DE KOPER] en

  2. [DE KOPER 2],

beiden wonende te [Woonplaats],

geïntimeerden,

hierna te zamen te noemen: [de kopers],

advocaat: mr. L.S. van Meurs te ‘s-Gravenhage.

Het geding

Bij exploit van 10 december 2007 is [de verkoper] in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van 12 september 2007 van de rechtbank te ’s-Gravenhage. Bij memorie van grieven (met producties) heeft zij vijf grieven aangevoerd, die door [de kopers] bij memorie van antwoord zijn bestreden. Daarna hebben [de kopers] hun procesdossier overgelegd en hebben partijen arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep

1 In het beroepen vonnis heeft de rechtbank sub 2.1 tot en met 2.10 de voornaamste feiten vastgesteld. Daartegen is geen grief gericht, zodat ook het hof daarvan uitgaat. Met inachtneming daarvan gaat het in dit geding, voor zover in hoger beroep nog van belang, om het volgende.

1.1 [de kopers] hebben van [de verkoper] en haar vroegere echtgenoot [A] het appartement, plaatselijk bekend [Straatnaam] te [Woonplaats], gekocht. De koopovereenkomst voorzag in levering per 1 juni 2005, maar uiteindelijk heeft deze op 6 juli 2005 plaatsgevonden. [de verkoper] bleef het daarboven gelegen appartement met huisnummer [nummer] bewonen.

1.2 [de verkoper] en [de kopers] hebben met elkaar afgesproken dat de aannemer van [de kopers] reeds vóór de juridische levering mocht beginnen met de door [de kopers] gewenste verbouwing van het appartement. De werkzaamheden zijn eind mei 2005 gestart, enkele dagen na de ondertekening van de koopovereenkomst.

1.3 Bij werkzaamheden aan een gemeenschappelijke binnenmuur heeft de aannemer schade veroorzaakt aan de naar het appartement van [de verkoper] gerichte zijde van die muur in de entrée van [de verkoper]. [de kopers] hebben aangeboden de schade te vergoeden.

1.4 [de verkoper] heeft gesteld dat het herstel van deze schade een bedrag van € 2.629,90 (inclusief BTW) heeft gevergd. Zij verwijst naar een desbetreffende nota van 16 september 2005 van Beheermaatschappij Mariton ’s-Gravenhage BV (hierna: Mariton) en een rapport van 27 april 2006, opgemaakt door Areto BV (hierna: Areto).

[de kopers] stellen dat het herstel niet meer dan € 416,50 (inclusief BTW) kan hebben gekost, waarbij zij zich beroepen op een schatting van hun aannemer.

1.5 De rechtbank heeft op dit onderdeel aldus beslist dat zij [de kopers] heeft veroordeeld aan [de verkoper] een bedrag van € 416,50 vermeerderd met rente te betalen.

1.6 [de verkoper] heeft verder gevorderd dat [de kopers] worden veroordeeld om de kosten van het rapport van Areto, zijnde een bedrag van € 889,97, te vergoeden. Na verweer van [de kopers] heeft de rechtbank dit onderdeel van het gevorderde afgewezen.

1.7 [de verkoper] heeft bovendien over de periode tussen de overeengekomen leveringsdatum (1 juni 2005) en de werkelijke leveringsdatum (6 juli 2005) een vergoeding...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT