Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 14 de Enero de 2010

Datum uitspraak14 de Enero de 2010
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/4884 AW, 08/4922 AW en 08/5364 AW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Betrokkene], wonende te [woonplaats] (hierna: betrokkene), en

het Dagelijks Bestuur van de Kamer van Koophandel Midden Nederland (hierna: bestuur),

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 8 juli 2008, 08/423 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

betrokkene

en

het bestuur

Datum uitspraak: 14 januari 2010

  1. PROCESVERLOOP

    Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld.

    Beide partijen hebben een verweerschrift ingediend.

    Ter uitvoering van de aangevallen uitspraak heeft het bestuur op 18 augustus 2008 een nieuw besluit op bezwaar genomen.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2009. Het bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.P.F. van Duren, advocaat te ’s-Hertogenbosch, en door drs. H.C.W.M. Jooren en A.N. Aldus, beiden werkzaam bij de Kamer van Koophandel Midden Nederland. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. H.J.A. Jansen, advocaat te Venlo.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Betrokkene was sinds 1 oktober 2000 werkzaam als medewerkster informatie-producten bij (laatstelijk) het [naam afdeling] van de (rechtsvoorganger van de) Kamer van Koophandel Midden Nederland (hierna: Kamer). In juli 2007 heeft het bestuur in een retourenvelop van de Kamer een anonieme brief ontvangen, waarin de Kamer en enkele leidinggevenden van de afdeling [naam afdeling] worden zwart gemaakt en hun namen op grievende wijze worden verbasterd. Omdat het vermoeden bestond dat die brief afkomstig was van één van de eigen medewerkers heeft het bestuur Hoffmann bedrijfsrecherche B.V. (hierna: Hoffmann) een onderzoek laten instellen naar het e-mailverkeer van alle medewerkers, teneinde na te gaan van welke computer die brief afkomstig was. Op grond van het onderzoek is niet komen vast te staan van welke computer de brief afkomstig was. Wel is daaruit gebleken dat betrokkene in verschillende e-mails uiterst denigrerende uitlatingen had gedaan over collega’s, leidinggevenden en de organisatie, alsmede dat betrokkene frequent het internet voor privédoeleinden raadpleegde.

    In een op 13 augustus 2007 gehouden gesprek tussen betrokkene en medewerkers van Hoffmann, heeft betrokkene erkend dergelijke e-mails over onder anderen haar leiding-gevende te hebben verzonden, maar heeft zij desgevraagd ontkend de anonieme brief te hebben verzonden.

    1.2. Het bestuur heeft betrokkene naar aanleiding van voornoemde onderzoeksresultaten (i) bij besluit van 13 augustus 2007 met toepassing van artikel 44, tweede lid, van het Basisreglement van de Kamer (hierna: Basisreglement) met ingang van diezelfde datum de toegang tot de gebouwen van de Kamer ontzegd (ii) bij besluit van 14 september 2007 met toepassing van artikel 49, onder c, van het Basisreglement geschorst met behoud van haar bezoldiging tot de datum waarop de definitieve besluitvorming omtrent het ontslag-voornemen heeft plaatsgevonden en (iii) bij besluit van 25 oktober 2007 op grond van artikel 61...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT