Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 2 de Febrero de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Febrero de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector strafrecht

Parketnummer: [ ]

Datum uitspraak: 2 februari 2010

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[ ],

geboren op [ ] te [ ],

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [ ] ,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [ ],

raadsman mr. R. Herregodts, advocaat te Breda.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2010.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. Ekiz heeft gerekwireerd tot:

- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde;

- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest.

VASTSTAANDE FEITEN

Van het volgende wordt uitgegaan .

Op 1 juli 2009 heeft de douane een vriescontainer met nummer CGMU 297448-1, gearriveerd op 27 juni 2009 in de haven van Rotterdam , geselecteerd voor controle (feit 1 en 2).

Het betrof een container met pomtayer uit Suriname bestemd voor de verdachte [ ] op het adres [ ]. De douane was voornemens om deze container te controleren, gezien de herkomst Suriname en het gegeven dat de afzender van de zending pomtayer (Avik Export (Gajadin Aniel), Suzettestraat nr. 25, Paramaribo) niet bekend was in Nederland.

De ontvanger van de zending pomtayer, de verdachte [ ], was ambtshalve bekend uit een eerder onderzoek in september 2007 waarbij 191 kilogram cocaïne in beslag was genomen. Deze hoeveelheid cocaïne was naar Nederland verzonden vanuit Peru met als afzender Operaciones Comerciales E&F S.A.C.

Uit onderzoek bleek dat Operaciones Comerciales E&F S.A.C. in de periode 2006 tot en met 2008 twee keer eerder afzender was van containers met paprikapoeder, die respectievelijk in november 2006 (feit 3 en 4) en in juli 2007 (feit 5 en 6) bestemd waren voor een eenmanszaak met de handelsnaam [ ], gevestigd te [ ] , welke onderneming volgens het Handelsregister van de Kamer van Koophandel wordt gedreven voor rekening van de verdachte .

Op 1 juli 2009 is een onderzoek ingesteld naar de container waarbij een speurhond is ingezet. De container is gelost en de lading is steekproefsgewijs gescand. Deze controle leverde geen bijzonderheden op. Wel was het de douanebeambten opgevallen dat de verpakking van de in de container geladen lading niet echt professioneel was. Met name was opgevallen dat de diepgevroren gemalen pomtayer en diepgevroren gemalen cassave verpakt zat in één en dezelfde soort plasticzak . Op de zakken met cassave was het woord pomtayer weggeveegd dan wel vervangen door het handgeschreven woord " cassave ". Ook was op menig plasticzak het telefoonnummer 08757714 in juiste volgorde in spiegelschrift afgedrukt .

Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden werd op 3 juli 2009 besloten om container CGMU 2974481 aan een nader onderzoek te onderwerpen .

Op 8 juli 2009 is de container overgebracht naar vrieshuis Eurofrigo te Rotterdam. Hier is de container in zijn geheel gelost. Vervolgens is men de dozen gaan scannen en is de lading van de dozen onderzocht. Bij het openen van een doos met als inhoud pakken met geraspte cassave werd een sterke knoflooklucht waargenomen. Hierna werd een pakket uit voornoemde doos kapot geslagen en een kleine hoeveelheid "cassave" getest middels de narcotest disposakit, testbuis 13 bestemt voor het testen van cocaïne. Dit buisje kleurde blauw hetgeen een indicatie is voor de aanwezigheid van cocaïne. Hierna werd door de speurhonden een onderzoek ingesteld bij de aangetroffen doos. Een tweetal honden gaf een positieve reactie bij voornoemde doos. Op de positieve doos stond op de lange zijde met zwarte viltstift het onderschift Sur. Ned. G.C. geschreven. Bij de andere dozen stond ook de aanduiding Sur en Ned, maar daar tussen een streepje dan wel een streepje met een puntje . Diezelfde dag heeft een zoekslag plaatsgevonden naar andere dozen met het opschrift Sur.Ned. G.C. In totaal werd een viertal dozen aangetroffen, die positief getest werden op de stof cocaïne. Vastgesteld werd dat het ging om een partij van bruto 62,5 kilogram cocaïne .

Na monstername werden de zakken waarin de vier monsters waren gedaan voorzien van een uniek Sinnnummer en voor nader onderzoek aangeboden aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag .

Op 17 juli 2009 werd door het NFI middels een viertal rapporten bericht dat al de onderzochte monsters cocaïne bevatten .

ONTVANKELIJKHEID OFFICIER VAN JUSTITIE

Door de raadsman is aangevoerd dat de officier van justitie ten aanzien van feit 1 niet ontvankelijk is in de vervolging, omdat - kort samengevat - het netto gewicht van de in de cassave aangetroffen cocaïne niet is vastgesteld en thans niet meer kan worden vastgesteld, nu de partij cocaïne grotendeels is vernietigd .

De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.

Het feit dat het netto gewicht van de in de deklading cassave aangetroffen partij cocaïne niet is vastgesteld en inmiddels, wegens vernietiging van vrijwel de gehele partij cocaïne, niet meer kan worden vastgesteld, betreft een omissie in het dossier die als een tekortkoming van de zijde van het openbaar ministerie kan worden beschouwd. De rechtbank is echter niet gebleken dat door deze tekortkoming sprake is geweest van een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekort is gedaan. Het verweer tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie wordt - als zijnde een te vergaande sanctie - dan ook verworpen. Echter, aan deze tekortkoming dienen naar het oordeel van de rechtbank wel consequenties te worden verbonden. Bij een eventueel op te leggen straf zal deze tekortkoming derhalve tot uitdrukking worden gebracht in de bewezenverklaring - in die zin dat de rechtbank verdachte (partieel) zal vrijspreken van het exacte aantal ten laste gelegde kilo’s cocaïne - en in de strafmaat.

RECHTMATIGHEID OPSPORING/DOORZOEKING DOOR DE DOUANEBEAMBTEN

Voorts heeft de raadsman - zoals verwoord in zijn pleitnotitie op pagina 2 tot en met 5 - kort samengevat bepleit dat de wijze waarop door de douanebeambten in de zeecontainer naar verdovende middelen is gezocht, als een opsporingshandeling (doorzoeking ex artikel 96c van het Wetboek van Strafvordering) dient te worden aangemerkt, waartoe de douane geen wettelijke bevoegdheid heeft. Nu er bovendien onvoldoende grond was voor een verdenking in het kader van een overtreding van de Opiumwet, heeft de doorzoeking niet alleen onbevoegd maar ook zonder wettelijke grondslag plaatsgevonden. Deze omstandigheden leveren volgens de raadsman een vormverzuim op ingevolge artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering zodat de resultaten van de doorzoeking - te weten de aangetroffen cocaïne, de verklaringen van de verdachte en de resultaten van de nadien plaatsgevonden doorzoekingen in de woning van de verdachte en in de loods - niet tot het bewijs mogen worden gebezigd.

De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. Op 1 juli 2009 heeft een eerste onderzoek plaatsgevonden naar de container. De douanebeambten waren hier ingevolge artikel 8j van de Opiumwet juncto artikel 5:18, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht toe bevoegd. Hierbij is van belang dat de Hoge Raad in zijn arrest van 2 oktober 2007, NJ 2007, 645 heeft bepaald dat voor de in artikel 8j bedoelde controlebevoegdheid niet is vereist dat er sprake is van een verdenking ter zake van enig strafbaar feit. Na het eerste onderzoek aan de container is op 3 juli 2009 besloten om de container aan een nader onderzoek te onderwerpen op grond van artikel 9 Opiumwet. Dit gelet op de omstandigheden dat:

• de ontvanger, de verdachte [ ], respectievelijk in november 2006 en in juli 2007 goederen, te weten paprikapoeder, heeft ontvangen van een afzender, te weten Operaciones Comerciales E&F S.A.C., die in september 2007 betrokken was bij de smokkel van cocaïne;

• de verzender van de huidige container bij de douane niet eerder was gezien;

• deze container op 27 juni 2009 in Nederland was aangekomen. Het betrof hier een vriescontainer met bederfelijke waren, waarvoor zich tot de dag van vrijdag 3 juli 2009 nog steeds niemand had gemeld;

• het op de Bill of Lading vermelde telefoonnummer van de verdachte [ ], te weten 0365345408 niet operationeel was. Het nummer was niet in gebruik;

• bij nazien in de systemen van de Belastingdienst naar voren kwam dat de verdachte [ ] in de periode 2006 tot en met heden geen enkel inkomen gegenereerd heeft en hij voor zijn onderneming [ ] voor de omzetbelasting nihil-aangiften heeft gedaan .

Gelet op deze feiten en omstandigheden - alsmede gezien de niet-professionele wijze van verpakking van de lading - bestond er een redelijke verdenking dat sprake was van overtreding van de Opiumwet. De container met inhoud was vatbaar voor inbeslagneming en de douanebeambten waren dan ook bevoegd om op grond van artikel 9 Opiumwet de container in beslag te nemen en op de aanwezigheid van verdovende middelen te onderzoeken op de wijze waarop zij daar in het onderhavige geval uitvoering aan hebben gegeven.

VORDEREN OVERIGE GEGEVENS EX ARTIKEL 126ND WETBOEK VAN STRAFVORDRING

Tevens is door de raadsman aangevoerd dat in het onderzoek meerdere malen door de officier van justitie mondeling vorderingen ex artikel 126nd Wetboek van Strafvordering zijn gedaan, maar dat uit de inhoud van het dossier niet blijkt dat deze vorderingen achteraf eveneens op schrift zijn gesteld en aan de verstrekkers van de gegevens zijn verzonden. Dit maakt de vorderingen onrechtmatig en al de gegevens die door deze vorderingen zijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT