Voorlopige voorziening van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 18 de Septiembre de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Septiembre de 2009
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

Arrest van 18 september 2009 naar aanleiding van een verzoek om voorlopige voorzieningen in de zaak met zaaknummer 200.043.091/01 van:

X,

APPELLANT,

advocaat: mr. S. Faber te Haarlem,

t e g e n

de stichting STICHTING YMERE,

gevestigd te Amsterdam,

GEÏNTIMEERDE.

  1. Het geding

    1.1. Appellant is bij op 26 augustus 2009 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van de beslissing van de rechtbank Haarlem van 18 augustus 2009 met rekestnummer 155549, waarbij het verzoek van X tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen.

    1.2. Op 11 september 2009 heeft X een verzoekschrift voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw ingediend.

    1.3. Voornoemd verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 15 september 2009. Bij die behandeling is X verschenen, bijgestaan door zijn advocaat voornoemd. Voorts is namens IJmere de heer Z verschenen.

  2. De gronden van de beslissing

    2.1. X heeft uitvoerbaar bij voorraad verzocht een voorlopige voorziening te treffen en de ontruiming door de Stichting IJmere van zijn woning te verbieden totdat op het hoger beroep tegen de afwijzing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is beslist. X heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet steeds in staat is geweest maandelijks zijn huur te voldoen, daar hij geen vaste baan meer heeft en daardoor onregelmatig inkomsten ontvangt. Hij doet echter zijn uiterste best en heeft onlangs tweemaal een bedrag van € 500,- en eenmaal € 250,- voldaan, zodat het door Stichting IJmere opgegeven bedrag aan achterstand in huurbetalingen niet klopt, aldus X.

    2.2. Stichting IJmere heeft bezwaar gemaakt tegen toewijzing van het verzoek van X. Primair heeft Stichting IJmere verzocht X niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek omdat het verzoekschrift bij de rechtbank ingediend behoort te worden. Het hof begrijpt dit verweer aldus dat Stichting IJmere het hof verzoekt zich onbevoegd te verklaren van het onderhavige verzoek van X kennis te nemen. Stichting IJmere heeft voorts aangevoerd dat X reeds eerder een huurachterstand heeft laten ontstaan en vaak zijn huur te laat heeft betaald.

    2.3. Het hof acht zich bevoegd van de door X gevraagde voorlopige voorziening kennis te nemen. Daartoe wordt het volgende overwogen.

    De regeling van artikel 287 lid 4 Fw strekt er toe de periode tussen de indiening van het verzoekschrift tot toelating tot de schuldsaneringsregeling en de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT