Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 13 de Mayo de 2009
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 13 de Mayo de 2009 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Rotterdam |
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Reg.nr.: AWB 08/1538
AWB 08/2031
Uitspraak in het geding tussen
[eiser], wonende te [plaats], eiser,
gemachtigde mr. V.M. Weski, advocaat te Rotterdam,
en
de Staatssecretaris van Financiën, verweerder.
gemachtigde L.P. de Jonge.
1 Ontstaan en loop van de procedure
Bij besluit van 13 augustus 2007 heeft verweerder eiser geschorst omdat aan eiser mededeling is gedaan van het voornemen hem te bestraffen met onvoorwaardelijk ontslag. Tevens heeft verweerder besloten de bezoldiging gedurende zes weken voor één derde deel en daarna volledig in te houden.
Bij brief van 24 september 2007 heeft eiser hiertegen bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 19 september 2007 heeft verweerder eiser wegens zeer ernstig plichtsverzuim als disciplinaire straf ontslag verleend.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 23 november 2007 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 27 februari 2008 heeft verweerder het bezwaar tegen het besluit van 13 augustus 2007 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit (hierna: het schorsingsbesluit) heeft eiser bij brief van 4 april 2008 beroep ingesteld.
Bij besluit van 2 april 2008 heeft verweerder het bezwaar tegen het besluit van 19 september 2007 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit (hierna: het ontslagbesluit) heeft eiser bij brief van 13 mei 2008 beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 maart 2009. Aanwezig waren eiser en zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
2 Overwegingen
1.1 Ingevolge artikel 91, eerste lid, aanhef en onder b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (hierna: ARAR) kan de ambtenaar in zijn ambt worden geschorst wanneer hem door het daartoe bevoegde gezag het voornemen tot bestraffing met onvoorwaardelijk ontslag is te kennen gegeven, dan wel hem die straf is opgelegd.
1.2 Ingevolge artikel 92, eerste lid, van het ARAR kan tijdens de schorsing de bezoldiging voor éénderde gedeelte worden ingehouden; na verloop van zes weken kan een verdere inhouding, ook van het volle bedrag der bezoldiging, plaatsvinden.
1.3 In artikel 80, eerste lid, van het ARAR is bepaald dat de ambtenaar, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, disciplinair kan worden gestraft.
1.4 In artikel 81, eerste lid, aanhef en sub l, van het ARAR is bepaald dat als disciplinaire straf ontslag verleend kan worden.
2 Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser kon worden geschorst omdat aan de beschikbare gronden voldoende gewicht kon worden toegekend om tot het voornemen tot bestraffing met onvoorwaardelijk ontslag te komen. De financiële problemen van eiser ten gevolge van het inhoudingsbesluit zijn niet van dien aard, dat om die reden daarvan af zou moeten worden gezien. Door eiser zijn geen financiële gegevens overgelegd waaruit een...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT