Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Utrecht, 17 de Febrero de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Febrero de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

270490 / HA ZA 09-163317 februari 2010

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rolnummer: 270490 / HA ZA 09-1633

Vonnis in verzet van 17 februari 2010

in de zaak van

de naamloze vennootschap

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

gedaagde in het verzet,

advocaat mr. D.L.A. van Voskuilen,

tegen

[gedaagde],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

eiser in het verzet,

advocaat mr. E. Osinga.

Partijen zullen hierna de Bank en [gedaagde] genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    • het tussenvonnis van 2 september 2009,

    • het proces-verbaal van comparitie van 4 december 2009.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Tussen de Bank enerzijds en [gedaagde] anderzijds is op 28 december 2007 een flexibel kredietovereenkomst (hierna: de overeenkomst) tot stand gekomen. Hierin is onder meer bepaald:

    “1. De Bank stelt aan Kredietnemer ter beschikking een krediet tot

    een maximum van EUR 22.500 (zegge: twee en twintig duizend vijf honderd euro) (het “ABN AMRO Flexibel Krediet”).

  3. Kredietnemer zal over het opgenomen krediet aan de Bank maandelijks rente vergoeden. Het rentepercentage kan variëren en bedraagt thans 0,690 % per maand, hetgeen overeenkomt met een effectief kredietvergoedingspercentage van 8,6 % per jaar. Iedere wijziging van

    voornoemde percentages zal de Bank schriftelijk aan Kredietnemer meedelen.

  4. Kredietnemer is de Bank maandelijks een bedrag van EUR 337,50 aan rente en aflossing verschuldigd (…).

    (…) ”

    2.2. Op de overeenkomst is de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) van toepassing.

    2.3. De Productvoorwaarden ABN AMRO Flexibel Krediet (hierna: de

    productvoorwaarden) maken onderdeel uit van de overeenkomst. Artikel 4 van de

    productvoorwaarden luidt:

    “ Alle op grond van de Kredietovereenkomst aan de Bank verschuldigde

    bedragen van het ABN AMRO Flexibel Krediet zullen ineens opeisbaar zijn indien:

    1. Kredietnemer gedurende ten minste twee (2) maanden achterstallig is in de betaling van een (1) vervallen Maandbedrag en, na in gebreke te zijn gesteld, nalatig blijft in de volledige nakoming van zijn verplichtingen;

    (…)”

    2.4. [gedaagde] is, ook na ingebrekestelling door de Bank, gedurende ten minste twee maanden zijn betalingsverplichting niet nagekomen. Per 11 december 2008 bedroeg de schuld van [gedaagde] bij de Bank EUR 22.275,36.

  5. Het geschil

    3.1. De Bank heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT