Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 9 de Marzo de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Marzo de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE

Sector handel

Zaaknummer : 200.009.384/01

Zaak-/rolno rechtbank : 292038 / HA ZA 07-2330

Arrest van de eerste civiele kamer d.d. 9 maart 2010

inzake

[Naam],

wonende te [plaats],

appellant,

hierna te noemen: [W],

advocaat: mr. L.C.H. Karstanje te Gouda,

tegen

[Naam] B.V.,

gevestigd te [plaats], gemeente […],

geïntimeerde,

hierna te noemen: [B],

advocaat: mr. E. Grabandt te 's-Gravenhage.

Het geding

Voor het verloop van de procedure tot het tussenarrest van 16 juni 2009 verwijst het hof naar die uitspraak. Nadien heeft [W] nog een memorie van antwoord in het incidenteel appel genomen. Vervolgens hebben partijen hun procesdossiers overgelegd en arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep

1 In het beroepen vonnis sub 2.1 tot en met 2.6 heeft de rechtbank de feiten waarvan zij is uitgegaan geresumeerd. Daartegen is geen grief gericht, zodat ook het hof die feiten als uitgangspunt neemt. Met inachtneming daarvan gaat het in dit geding - zakelijk weergegeven - om het volgende.

1.1 [W] is door vererving eigenaar van een perceel met opstallen, gelegen in [plaats] achter het perceel dat plaatselijk bekend is als [X-straat][nr.]. Op dit laatste perceel staat een woning, die in het verleden ook door [W] is bewoond. De twee percelen vormden een geheel totdat [W] dit splitste, de woning verkocht en het achterterrein (hierna: het achterterrein) in eigendom behield. Het, deels bebouwde, achterterrein ligt ingesloten tussen andere percelen. [W] pleegt daarom uit te wegen over een aangrenzend perceel van [B].

1.2 Dit perceel van [B] wordt te zamen met twee andere, aangrenzende percelen bedrijfsmatig door haar gebruikt en bevat rond een onbebouwd binnenterrein verschillende opstallen, in gebruik als kantoor, opslag van handelsvoorraad en verkoop van meubelen (detailhandel). Het complex grenst aan de westzijde aan de [X-straat] en aan de oostzijde aan de [Y-straat]. Tussen de opstallen aan de westzijde loopt een (inmiddels afgesloten) doorgang (hierna: de doorgang) naar het binnenterrein die hoofdzakelijk door langzaam verkeer wordt gebruikt. Tussen opstallen aan de oostzijde loopt vanaf het binnenterrein een uitrit die hoofdzakelijk voor gemotoriseerd verkeer wordt gebruikt. Op het binnenterrein wordt ook geparkeerd.

1.3 Het achterterrein is thans bij [W] nog slechts in gebruik voor opslag en hobby. Voorheen werd het door hem, en vanaf de vijftiger jaren al door zijn grootvader, voor bedrijfsdoeleinden (handels- en aannemingsbedrijf) gebruikt. Toen werd er door hen ook met zware motorvoertuigen van het perceel van [B] gebruik gemaakt om naar de [Y-straat] te komen en omgekeerd. Voor langzaam verkeer werd ook van de doorgang naar de [X-straat] gebruik gemaakt.

1.4 Tussen de grootvader van [W] en de grootvader van de huidige directeur van [B] is in februari 1956 een overeenkomst gesloten, op grond waarvan de grootvader van [W] tegen betaling van een bedrag van f 750,- voor 25 jaar het recht verkreeg om met grote en kleine voertuigen over het terrein van de andere grootvader naar de [Y-straat] v.v. te rijden.

1.5 Ook een aantal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT