Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 19 de Marzo de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Marzo de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector Bestuursrecht

Meervoudige kamer

Reg.nr.: AWB 09/1643 SUBSCO-T2

Uitspraak in het geding tussen

de stichting Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam en omstreken, gevestigd te Rotterdam, eiseres,

gemachtigde mr. drs. P.R. Slier,

en

de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder.

1 Ontstaan en loop van de procedure

Bij besluit van 15 april 2009 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het besluit van 19 december 2008, waarbij de rijksbijdrage over het jaar 2008 is vastgesteld op € 121.064.582,- en een bedrag van € 723.104,- wordt teruggevorderd, ongegrond verklaard.

Tegen het bestreden besluit heeft eiseres beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 november 2009. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, die werd vergezeld door [A], directeur financiën van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door

mr. M.D. Cossee-Gosschalk en mr. H.J. Minkhorst.

2 Overwegingen

2.1 Feiten en omstandigheden

In het cursusjaar 2006-2007 is elektronische uitwisseling van gegegevens met het zogenoemde Basisregister Onderwijs (BRON) ingevoerd. De met ingang van dit cursusjaar elektronisch in plaats van op papier doorgegeven leerlingengegevens worden gebruikt ten behoeve van de bekostiging van onderwijsinstellingen. Voor de rijksbijdrage voor 2008 zijn de gegevens over 2006 van belang.

Bij brief van 27 april 2007 zijn onderwijsinstellingen, waaronder eiseres die het ROC Albeda College bestuurt en beheert, namens verweerder geïnformeerd met betrekking tot een wijziging met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2006 in de bekostiging van de deelnemers aan beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en de deeltijd beroepsopleidende leerweg (deeltijd bol) opleidingen. Deze wijziging komt erop neer dat voor bbl-deelnemers zonder praktijkovereenkomst (lees: beroepspraktijk¬vormings¬overeenkomst, hierna: BPV) ook bekostiging wordt ontvangen, maar tot een ander (lager) bedrag dan voor een bbl-deelnemer met BPV. Aangegeven wordt dat alle BPV-gegevens voor 1 maart 2007 ingevoerd hadden moeten zijn. Deze datum is bepalend voor de stand van de gegevens, de zogenoemde "foto", waarop de accountant de controle uitvoert. Omdat het schooljaar 2006-2007 het eerste jaar is dat deze gegevens ingevuld moeten worden en gebruikt gaan worden voor de bekostiging zal bij wijze van hoge uitzondering volgens deze brief voor de controle van de BPV-gegevens over dat schooljaar een andere procedure worden gevolgd.

Bij brief van 4 juli 2007 aan de instellingen wordt door verweerder geconstateerd dat er instellingen zijn die er, ondanks alle inspanningen, niet in zijn geslaagd voor het verstrijken van de wettelijke termijn van 1 juli 2007 een goedkeurende accountantsverklaring te verkrijgen. Bij hoge uitzondering is daarom de uiterste datum waarop de accountants¬verklaring (over de telgegevens 2006) ingediend moet zijn met zes weken opgeschort tot 10 augustus 2007. Aangegeven wordt dat de deadline van 10 augustus hard is en leidt tot de definitieve foto.

Op 9 augustus 2007 is de accountantsverklaring bij de bekostigingsgegevens 2006 ten behoeve van de rijksbijdrage 2008 voor eiseres afgegeven en vervolgens is de definitieve foto van 19 augustus 2007 gemaakt.

Bij besluit van 28 september 2007 heeft verweerder aan eiseres bericht dat de rijksbijdrage voor het jaar 2008 nog niet definitief kan worden vastgesteld omdat een beperkt aantal instellingen nog enkele gegevens moet verwerken. Die instellingen, die daarover apart worden geïnformeerd, krijgen daartoe nog een allerlaatste mogelijkheid. De bijdrage voor eiseres – die daar niet onder viel – is voorlopig berekend op € 116.406.301,-.

Uit de bijbehorende bijlage blijkt dat bij 559 deelnemers aan de opleiding met crebocode 10426 (verpleegkundige) de deeltijdfactor 0,8 en bij 236 deelnemers deeltijdfactor 0,3 is vermeld en bij 559 deelnemers aan opleiding met credocode 10427 (verzorgende) de deeltijdfactor 0,80 en bij 277 deelnemers deeltijdfactor 0,3 is vermeld.

Bij besluit van 17 april 2008 heeft verweerder de rijksbijdrage voor het jaar 2008 voor eiseres definitief vastgesteld op € 116.577.274,-. Bij dit besluit is weer een bijlage gevoegd waarin dezelfde gegevens met betrekking tot de deeltijdfactoren worden vermeld als in de bijlage bij het besluit van 28 september 2007.

Bij besluit van 25 september 2008 is eiseres meegedeeld dat de rijksbijdrage 2008 nader is aangepast in verband met een aantal maatregelen zoals de loonbijstelling 2008 en de prijsbijstelling 2008. De rijksbijdrage 2008 wordt vastgesteld op € 121.787.686,- . In een bijlage...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT