Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 17 de Febrero de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Febrero de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Familiesector

Uitspraak : 17 februari 2010

Zaaknummers : 200.022.968/01 en 200.055.700/01

Rekestnrs. rechtbank : FA RK 08-448 en FA RK 07-1472

[appellante],

wonende te [woonplaats],

verzoekster, tevens incidenteel verweerder, in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. R.W. de Vos van Steenwijk te ’s-Gravenhage,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

verweerder, tevens incidenteel verzoeker, in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. K.T.J.M. Pijls-Olde Scheper te Roosendaal.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De vrouw is op 12 december 2008 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 17 september 2008 van de rechtbank Middelburg.

De man heeft op 12 juni 2009 een verweerschrift tevens houdende incidenteel appel ingediend.

De vrouw heeft op 25 augustus 2009 een verweerschrift op het incidenteel appel ingediend.

Van de zijde van de vrouw zijn bij het hof op 30 december 2008, 6 februari 2009, 20 mei 2009, 19 juni 2009 en op 27 oktober 2009 aanvullende stukken ingekomen.

Van de zijde van de man zijn bij het hof op 23 oktober 2009 aanvullende stukken ingekomen.

Op 6 november 2009 zijn de zaken met de nummers 200.022.968/01 en 200.055.700/01 mondeling behandeld. Verschenen zijn: de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, mr. J.J.J. Jansen, en de man, bijgestaan door zijn advocaat. De verschenen personen hebben het woord gevoerd, de advocaat van de vrouw onder meer aan de hand van de bij de stukken gevoegde pleitnotitie.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

Bij die beschikking is, voor zover hier van belang:

- de man, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld om ten titel van haar levensonderhoud aan de vrouw te betalen € 814,- bruto per maand, maandelijks bij vooruitbetaling te voldoen, zulks met ingang van de dag waarop deze beschikking zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;

Voorts is

- vastgesteld dat tussen partijen niet tot enige verrekening van overgespaarde inkomsten dient te worden overgegaan;

- bepaald dat de man aan de vrouw dient te voldoen een bedrag van € 80.602,73;

- het anders of meer verzochte afgewezen.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.

De echtscheidingsbeschikking is op 19 maart 2009 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

BEOORDELING VAN HET PRINCIPALE EN HET INCIDENTE¬LE HOGER BEROEP

  1. In geschil is in de zaak met nummer 200.022.968/01 de door de man te betalen uitkering tot levensonderhoud voor de vrouw, hierna ook partneralimentatie, alsmede in de zaak met nummer 200.055.700/01 de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden.

  2. De vrouw verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende, rekening te houden met voormelde (het hof begrijpt: in het beroepschrift vermelde) grieven, de partnerbijdrage te bepalen op € 4.500,- bruto per maand, althans op een zodanig bedrag en met ingang van een zodanig tijdstip als door het hof in goede justitie te bepalen, en de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden vast te stellen zoals hiervoor (het hof begrijpt: in het beroepschrift) is vermeld, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad, voor zoveel de wet dat toelaat, van de te wijzen beschikking.

  3. De man bestrijdt haar beroep en verzoekt:

    in appel

    het appelschrift van de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel af te wijzen als zijnde ongegrond en onbewezen onder aanvulling en/of verbetering van de gronden, alsmede de bestreden beschikking te bekrachtigen;

    in incidenteel appel

    te bepalen dat de vrouw niet langer behoeftig is, dan wel te bepalen dat de aanvullende behoefte van de vrouw vastgesteld dient te worden op nihil, dan wel te bepalen dat de bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw met ingang van de datum dat de echtscheiding is ingeschreven in de burgerlijke stand, dan wel met als ingangsdatum de datum van de beschikking van het hof, wordt vastgesteld op nihil.

  4. De vrouw verzet zich daartegen en verzoekt in een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak de grief/grieven van de man in incidenteel appel af te wijzen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT