Herziening van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 14 de Abril de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Abril de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

Arrest

Gerechtshof Arnhem

Sector strafrecht

Parketnummer: 21-004292-08

Uitspraak d.d.: 14 april 2010

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken, gewezen na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad der Nederlanden, op de voet van artikel 467 van het Wetboek van Strafvordering, bij arrest van 7 oktober 2008 in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [woonplaats], [adres].

1. Verloop van de procedure

1.1 Procedure voorafgaand aan de herziening

1.1.1 Opsporingsonderzoek

Naar aanleiding van het overlijden van [patiëntje A.S.Z.] op 4 september 2001 in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) in Den Haag werd een melding van onnatuurlijk overlijden gedaan aan de dienstdoende arts van de GG en GD, die hiervan de officier van justitie in kennis stelde. Het zou de patholoog-anatoom van het JKZ, dr. P.J. Spaander, bij een medische obductie zijn gebleken dat er "vermoedelijk een middel of een stof aan het kind was toegediend, kennelijk om het leven te beëindigen". Het vermoeden bestond, dat mogelijk een verpleegkundige van het JKZ deze (onbekende) stof had toegediend aan het kind. Er zou tevens sprake zijn van "meerdere verdachte overlijdensgevallen" tijdens de diensttijden van die betreffende verpleegkundige. De officier van justitie gaf opdracht een onderzoek in te stellen.(1)

Verdachte werd op 4 september 2001 geschorst als verpleegkundige in het JKZ. Op 13 december 2001 werd zij aangehouden en in verzekering gesteld. Bij de verschillende doorzoekingen die in deze zaak zijn gehouden werden goederen inbeslaggenomen, waaronder door verdachte geschreven dagboeken, tarotkaarten, een uit het Penitentiair Complex Scheveningen (PCS) afkomstig flesje lidocaïnegel en een aantal uit het PCS afkomstige (bibliotheek)boeken.

1.1.2 Rechtbank Den Haag

De zaak heeft in eerste aanleg gediend voor de rechtbank in Den Haag. De twee dagvaardingen en de in eerste aanleg aangebrachte wijzigingen zijn als bijlage aan dit arrest gehecht(2). Aan verdachte werden, naast enkele andere misdrijven, dertien moorden en vijf pogingen tot moord ten laste gelegd. De eerste zitting bij de rechtbank vond plaats op 25 maart 2002. De rechtbank heeft een aantal deskundigen ter zitting gehoord. De rechtbank heeft verdachte bij vonnis van 24 maart 2003(3) ter zake van vier moorden, drie pogingen tot moord en een aantal vermogens- en valsheidsdelicten veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.

Verdachte en de officier van justitie hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.

1.1.3 Gerechtshof Den Haag

In hoger beroep heeft de zaak gediend voor het gerechtshof in Den Haag. De in hoger beroep in de tenlastelegging aangebrachte wijzigingen zijn als bijlage aan dit arrest gehecht(4). De eerste zitting bij het hof vond plaats op 19 september 2003(5). Het hof heeft 28 zittingsdagen aan de zaak gewijd en een groot aantal deskundigen en getuigen gehoord, van wie sommigen meer dan eens.

Het gerechtshof heeft verdachte bij arrest van 18 juni 2004(6) veroordeeld ter zake van zeven moorden, drie pogingen tot moord en een aantal vermogens- en valsheidsdelicten. Het hof legde naast een levenslange gevangenisstraf de maatregel van terbeschikkingstelling op, met bevel dat verdachte van overheidswege zou worden verpleegd.

Tegen dit arrest heeft verdachte beroep in cassatie ingesteld.

1.1.4 Hoge Raad

Bij arrest van 14 maart 2006(7) heeft de Hoge Raad alle tegen de bewezenverklaring gerichte cassatiemiddelen verworpen. De bestreden uitspraak werd wel vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van de strafbaarheid van de verdachte en de sanctieoplegging. De zaak werd op deze punten verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam.

1.1.5 Gerechtshof Amsterdam

Bij arrest van 13 juli 2006(8) heeft het gerechtshof te Amsterdam verdachte strafbaar verklaard en haar een levenslange gevangenisstraf opgelegd.

1.2 De procedure tot herziening

1.2.1 Commissie evaluatie afgesloten strafzaken

Prof. dr. A.A. Derksen, emeritus hoogleraar aan de Faculteit der Filosofie van de Radboud Universiteit Nijmegen, heeft zich op basis van het door hem geschreven boek "Lucia de B. - Reconstructie van een gerechtelijke dwaling" tot de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) gericht met een voorstel tot het verrichten van onderzoek in de zaak tegen verdachte. De toegangscommissie als bedoeld in artikel 7 van de Instellingsregeling Commissie evaluatie afgesloten strafzaken heeft het voorstel beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat een onderzoek noodzakelijk was.

In zijn op 25 oktober 2007 aan het College van procureurs-generaal uitgebrachte rapport kwam het "driemanschap" dat de zaak heeft onderzocht tot het oordeel, dat met name de conclusies ten aanzien van een mogelijke digoxinevergiftiging van [patiëntje A.S.Z.] zodanig zijn dat "het ernstig vermoeden bestaat" dat - ware deze conclusies ten tijde van het onderzoek bekend geweest - ten aanzien van in elk geval de bewezen verklaarde moord op [patiëntje A.S.Z.] vrijspraak zou zijn gevolgd. Op die grond adviseerde het driemanschap het College een herzieningsaanvraag te entameren. Bij een dergelijke aanvraag zouden ook de resultaten van het onderzoek naar andere mogelijk suspecte overlijdensgevallen en reanimaties, als door het driemanschap aangegeven, kunnen worden betrokken.

Het College van procureurs-generaal heeft op 26 oktober 2007 de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad verzocht te beoordelen of in het CEAS-rapport aanleiding kon worden gezien tot het ambtshalve door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad indienen van een vordering tot herziening als bedoeld in artikel 458, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering.

1.2.2 Onderzoek en vordering tot herziening procureur-generaal

De advocaat-generaal bij de Hoge Raad, mr. G. Knigge, bracht op 31 maart 2008 zijn rapport uit. Zijn oordeel was dat het CEAS-rapport op zich genomen onvoldoende grond bood voor een herzieningsaanvraag.

Hij heeft echter een integrale, multidisciplinaire herbeoordeling -op basis van alle toxicologische, pathologische en klinische bevindingen uit het dossier- doen verrichten van de vraag of [patiëntje A.S.Z.] is overleden tengevolge van een acute digoxinevergiftiging.

Prof. dr. J. Meulenbelt(9) heeft dit onderzoek uitgevoerd. Hij heeft op 28 februari 2008 gerapporteerd. Naast prof. Meulenbelt hebben ook prof. dr. R. Aderjan(10), dr. V. Cirimele(11) en prof. T.P. Rohrig(12) gerapporteerd, meer in het bijzonder over de interpretatie van de gevonden digoxinewaarden. Prof. dr. J.K.P.T. Tytgat(13) heeft een second opinion gegeven over de representativiteit van een onderzocht monster bloederig vocht.

In zijn op 28 februari 2008 uitgebracht rapport concludeerde prof. Meulenbelt dat het overlijden van [patiëntje A.S.Z.] medisch goed verklaard kan worden uit het klinisch beloop. Op grond daarvan kan men spreken van een natuurlijk overlijden. Klinisch waren er geen specifieke aanwijzingen voor een digoxinevergiftiging(14). Er was digoxine in het lichaam aanwezig maar het is niet waarschijnlijk dat digoxine heeft bijgedragen aan haar overlijden. Meer specifiek over de digoxine: op grond van de gevonden digoxineconcentraties kan men niet concluderen dat er eenmalig een hoge dosering is gegeven. Ook kan men niet aangeven op welk tijdstip voor het overlijden de digoxine moet zijn toegediend. De gevonden concentraties passen niet bij digoxineconcentraties die bij een 'steady state' in de organen worden aangetroffen. Dan zou men veel hogere digoxineconcentraties in de organen verwachten. Laat men de resultaten van het gaasjesvocht buiten beschouwing, omdat het niet als bloed mag worden gezien(15), dan zijn de gevonden digoxineconcentraties in de organen van dien aard dat een en ander kan zijn veroorzaakt door toediening van één of enkele (therapeutische) digoxine doseringen. Het is op basis van de gevonden analyseresultaten mogelijk dat de digoxine relatief lang voor het overlijden is gegeven. Alle opties bij elkaar nemend, is het onwaarschijnlijk dat een dosering digoxine enkele minuten voor overlijden is toegediend.

Het is niet waarschijnlijk dat de gevonden digoxineconcentraties in de organen een bijdrage hebben geleverd aan het overlijden van [patiëntje A.S.Z.]. De gevonden orgaanconcentraties zijn lager dan gevonden bij kinderen die therapeutisch met digoxine werden behandeld en die geen tekenen van een digoxinevergiftiging toonden.

Mr. Knigge concludeerde dat de onderzoeksbevindingen op drie wezenlijke punten haaks staan op de door het gerechtshof te Den Haag gebezigde bewijsconstructie voor de moord op [patiëntje A.S.Z.]:

- de al dan niet natuurlijke doodsoorzaak;

- het tijdstip van de beweerdelijke toediening van digoxine;

- de representativiteit van het onderzochte "bloederig vocht".

Het rapport van mr. Knigge heeft de Staatssecretaris van Justitie aanleiding gegeven om de detentie van verdachte met ingang van 2 april 2008 te onderbreken.

Op 17 juni 2008 diende mr. Knigge zijn vordering tot herziening in (ter zake van alle tien de levensdelicten, vanwege de sterke onderlinge samenhang in de bewijsconstructie). Op 24 juni 2008 beval de Hoge Raad de opschorting van de tenuitvoerlegging(16).

1.2.3 Hoge Raad

Bij arrest van 7 oktober 2008(17) heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening gegrond verklaard en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem.

1.3 De procedure in herziening

1.3.1 De opdracht aan het gerechtshof te Arnhem

Het dictum van het arrest van de Hoge Raad luidt:

"verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;

beveelt, voor zover nodig, de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormelde arresten van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 juni 2004 en het Gerechtshof te Amsterdam van 13 juli 2006, voor zover de veroordeelde daarbij is veroordeeld ter zake van het onder 1, 2 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 13 primair en 16 primair tenlastegelegde;

verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT