Eerste aanleg - enkelvoudig van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 18 de Septiembre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Septiembre de 2010
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Sector belastingrecht

Vijfde enkelvoudige Belastingkamer

Kenmerk: 04/02036

Uitspraak op het beroep van de heer X te Y (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de voorzitter van het managementteam van het onderdeel Belastingdienst/Zuidwest van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende na te noemen aan belanghebbende opgelegde aanslag en de daarbij gegeven boetebeschikking.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 148.377 (€ 67.330,54), alsmede bij beschikking een boete als bedoeld in artikel 67a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van ƒ 1.250 (€ 567,22). Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur, bij in één geschrift vervatte uitspraken, de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 144.019 (€ 65.352,97) en de boetebeschikking gehandhaafd.

    1.2. Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 37. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.3. Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht heeft belanghebbende vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

    1.4. Het onderzoek ter zitting door de twaalfde enkelvoudige Kamer, heeft plaatsgehad op 16 mei 2007 te 's-Hertogenbosch. Aldaar is toen verschenen en gehoord belanghebbende en de Inspecteur.

    1.5. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het Hof partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan.

    1.6. Het onderzoek ter nadere zitting door de vijfde enkelvoudige Kamer heeft plaatsgehad op 3 december 2008 te

    's-Hertogenbosch. Aldaar is toen verschenen en gehoord belanghebbende en de Inspecteur.

    Bij aanvang van de zitting zijn partijen erop gewezen, dat het onderzoek ter zitting op 16 mei 2007 is verricht door de twaalfde enkelvoudige Kamer met als lid T. Blokland, en dat de zaak verder wordt behandeld door vijfde enkelvoudige Kamer met als lid mr drs P. Fortuin en dat, gelet op artikel 8:64, derde lid van de Awb, deze behandeling verder plaatsvindt in de stand waarin zij zich bevond op 16 mei 2007. Partijen hebben verklaard daar geen bezwaar tegen te hebben.

    1.7. Belanghebbende heeft ter zitting, zonder bezwaar van de wederpartij, een kopie overgelegd van het freelancecontract, een brief van A en een brief van Belastingdienst Ondernemingen Tilburg, ondertekend door B.

    1.8. De Inspecteur heeft ter zitting, zonder bezwaar van de wederpartij, een kopie overgelegd van een tweetal uitspraken van de Rechtbank Breda in een tweetal beroepszaken van belanghebbende, kenmerknummers 06/1599 en 06/1603.

    1.9. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het Hof partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan.

    1.10. Het onderzoek ter tweede nadere zitting door de vijfde enkelvoudige Kamer heeft plaatsgehad op 14 mei 2009 te

    's-Hertogenbosch. Aldaar is toen verschenen en gehoord de Inspecteur. Belanghebbende noch zijn gemachtigde is, met kennisgeving aan het Hof, verschenen.

    1.11. Op 13 mei 2009 is bij het Hof een brief van belanghebbende binnengekomen, waarin hij verzoekt om uitstel van de mondelinge behandeling in verband met zijn verblijf in het buitenland tot eind mei 2009. Het Hof heeft het verzoek op de hierna onder 4.1 vermelde gronden afgewezen.

    1.12. Het Hof heeft in deze zaak op 28 mei 2009 mondeling uitspraak gedaan. Afschriften van het proces-verbaal van die uitspraak zijn op 28 mei 2009 aan partijen verzonden.

    1.13. De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen de mondelinge uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De griffier van de Hoge Raad heeft bij schrijven...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT