Hoger beroep kort geding van Rechtbank 's-Gravenhage, Voorzieningenrechter, 27 de Mayo de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Mayo de 2011
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: 393851 / KG ZA 11-523

Vonnis in kort geding van 27 mei 2011

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

advocaat mr. L.C. Blok te Leiden,

tegen:

de stichting

STICHTING RIJNHART WONEN,

gevestigd te Leiderdorp,

gedaagde,

advocaat mr. S.A. den Engelsen te Rotterdam.

Partijen zullen hierna worden aangeduid als "[eiseres]" en "de Stichting".

  1. Het procesverloop

    [Eiseres] heeft de Stichting op 13 mei 2011 doen dagvaarden om op 27 mei 2011 te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. De zaak is op die datum behandeld, waarna op diezelfde dag door middel van een verkort vonnis uitspraak is gedaan. Het onderstaande vormt daarvan de uitwerking.

  2. De feiten

    Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 27 mei 2011 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

    2.1. De Stichting is een toegelaten instelling in de zin van artikel 70 van de Woningwet. Op grond van het Besluit Beheer Sociale Huursector is zij gehouden woningen met een "bereikbare" huur aan te bieden aan huurders met een "smalle" beurs.

    2.2. Op 1 december 1992 is tussen de Stichting en [de zoon] - de zoon van [eiseres] en hierna aan te duiden als "[de zoon]" - een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning aan de [adres] te [woonplaats] (hierna "de woning").

    2.3. [Eiseres] staat sinds 23 mei 2005 ingeschreven op het adres [adres] te [woonplaats].

    2.4. Na een tussenvonnis van 21 april 2010, houdende bewijsopdracht aan de Stichting, heeft de kantonrechter van deze rechtbank, locatie Leiden, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 6 april 2011 - op vordering van de Stichting - de huurovereenkomst tussen [de zoon] en de Stichting ontbonden en [de zoon] veroordeeld om binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis de woning met al wie en al wat zich daarin van diens zijde mocht bevinden te ontruimen en te verlaten en, met afgifte van de sleutels, ter vrije en algehele beschikking van de Stichting te stellen, onder veroordeling van [de zoon] in de proceskosten. Daartoe heeft de kantonrechter overwogen dat [de zoon] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door de woning aan een ander in gebruik te geven en in het gehuurde niet zijn hoofdverblijf te hebben.

    2.5. Op 11 mei 2011 is de woning op last van de Stichting ontruimd. Na enkele aanpassingen wordt deze thans weer...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT