Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 23 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.034.141

arrest van de vijfde kamer van 23 augustus 2011

in de zaak van

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellant,

advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,

tegen:

[Y.],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. N.E. van Venrooij,

op het bij exploot van dagvaarding van 27 mei 2009 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Breda gewezen vonnis van 8 april 2009 tussen appellant – [X.] - als eiser en geïntimeerde - [Y.] - als gedaagde.

  1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 182136/HA ZA 07-1849)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis, alsmede naar het herstelvonnis van 20 mei 2009 en het in eerste aanleg gewezen tussenvonnis van 20 februari 2008.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven heeft [X.] vier grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot toewijzing van zijn vordering.

    2.2. Bij memorie van antwoord heeft [Y.] de grieven bestreden.

    2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    4.1. In overweging 3.1. van het eindvonnis heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de rechtbank vastgestelde feiten, zijn niet betwist en vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

    4.2. Het gaat in deze zaak - kort gezegd - om het volgende.

    4.2.1. [X.] vordert materiële en immateriële schadevergoeding van [Y.], stellend dat [Y.] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door hem onterecht te beschuldigen van seksuele intimidatie en aanranding in de werksituatie bij de Amercentrale van Essent, voorts door terzake daarvan op 3 december 2006 bij de klachtencommissie van Essent een klacht in te dienen tegen [X.] (prod. 12 cvr) en door op 27 maart 2007 aangifte te doen bij de politie.

    De klacht van [Y.] tegen [X.] is door de klachtencommissie van Essent ongegrond verklaard (prod. 1 inl. dagv.). Ook de tegen [X.] gerichte aangifte bij de politie heeft niet tot strafvervolging geleid. De zaak is geseponeerd.

    4.2.2. Op 24 november 2006 heeft [X.] zijnerzijds bij de politie aangifte gedaan wegens belediging/ smaad, gepleegd door [Y.] (prod. 7 cvr). Het Openbaar Ministerie heeft echter ook deze zaak geseponeerd wegens gebrek aan wettig bewijs en geen strafvervolging ingesteld (prod. 4 inl...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT