Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 28 de Junio de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 28 de Junio de 2011 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
28 juni 2011
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
EERSTE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[ APPELLANT ],
wonende te [ H ], gemeente [ H ],
APPELLANT,
advocaat: mr. R.H. Bossen, te Haren,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AUTOMOBIELBEDRIJF [ X ] B.V.,
gevestigd te [ H ],
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. Ph. Ekering, te Rotterdam.
De partijen worden hierna [ Appellant ] en [ X ] genoemd.
-
Het geding in hoger beroep
Bij dagvaarding van 8 september 2010 is [ Appellant ] in hoger beroep gekomen van het vonnis van 16 juni 2010 van de rechtbank Haarlem, sector kanton, locatie Haarlem (hierna: de kantonrechter), in deze zaak onder zaak/rolnum¬mer 442573 CV EXPL 09-11997 gewezen tussen [ Appellant ] als eiser en [ X ] als gedaagde.
[ Appellant ] heeft bij memorie drie grieven aangevoerd, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, [ X ] uitvoerbaar bij voorraad zal veroordelen tot betaling aan [ Appellant ] van een bedrag van € 223.413,- bruto en van een bedrag van € 60.760,- netto aan schadevergoeding wegens kenneljk onredelijk ontslag, met veroordeling van [ X ] in de kosten van – naar het hof begrijpt – het hoger beroep.
Bij memorie van antwoord heeft [ X ] de grieven bestreden en geconcludeerd dat het hof de vorderingen van [ Appellant ] zal afwijzen, met veroordeling van [ Appellant ] in de proceskosten en in de nakosten, met de bepaling dat de wettelijke rente over de proceskosten zal zijn verschuldigd vanaf veertien dagen na de datum van het te wijzen arrest.
Ten slotte hebben partijen het hof verzocht arrest te wijzen op de stukken van beide instanties.
-
Feiten
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis in de rubriek ‘De feiten’ een aantal feiten vermeld. De juistheid hiervan is tussen partijen niet in geschil, zodat ook het hof deze feiten tot uitgangspunt zal nemen.
-
Beoordeling
3.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.
[ X ] is dealer van Suzuki-automobielen in de regio Haarlem. [ Appellant ], geboren [ datum ] [ jaar ], is van 1 april 1997 tot 1 augustus 2009 bij [ X ] in dienst geweest, laatstelijk in de functie van Verkoopleider. Zijn laatstgenoten salaris bedroeg € 3.684,39 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en andere emolumenten. [ X ] heeft op 30 maart 2009 een gesprek gevoerd met [ Appellant ] over het vervallen van de functie van [ Appellant ] als gevolg van het negatieve bedrijfsresultaat. Op 22 april 2009 heeft [ X ] om bedrijfseconomische redenen een ontslagvergunning voor [ Appellant ] aangevraagd bij UWV Werkbedrijf. Op 27 mei 2009 is een ontslagvergunning verleend. [ X ] heeft de arbeidsovereenkomst...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT