Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 27 de Septiembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Septiembre de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.060.889

(zaaknummer/rolnummer rechtbank 94207 / HA ZA 08-546)

arrest van de eerste civiele kamer van 27 september 2011

inzake

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

A/b Financiën B.V.,

gevestigd te Almelo,

en

[A],

wonende te [woonplaats],

en

[B],

wonende te [woonplaats],

appellanten in het principaal appel, geïntimeerden in het incidenteel appel,

advocaat: mr. F. Kolkman,

tegen:

[C],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde in het principaal appel, appellant in het incidenteel appel,

advocaat: mr. A.J. Spoor.

Partijen worden hierna A/b Financiën, [A], [B] en [C] genoemd. Appellanten gezamenlijk worden ook A/b Financiën c.s. genoemd.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 25 maart 2009 en 23 december 2009 die de rechtbank Almelo tussen A/b Financiën c.s. als gedaagden en [C] als eiser heeft gewezen; van genoemde vonnissen is een fotokopie aan dit arrest gehecht.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1 A/b Financiën c.s. hebben bij exploot van 22 maart 2010 [C] aangezegd van voornoemde vonnissen in hoger beroep te komen, met dagvaarding van [C] voor dit hof.

    2.2 Bij memorie van grieven hebben A/b Financiën c.s. veertien grieven tegen genoemd vonnis van 23 december 2009 aangevoerd en toegelicht en bewijs aangeboden. Zij hebben gevorderd dat het hof de vonnissen - voor zover bestreden - zal vernietigen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, en - naar het hof begrijpt – opnieuw rechtdoende de tegen A/b Financiën ingestelde vorderingen alsnog volledig zal afwijzen, met veroordeling van [C] in de kosten van beide instanties, te begroten volgens het gebruikelijke tarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede voor nakosten met een bedrag van € 131,00 dan wel, indien betekening van dit arrest plaatsvindt, op € 199,00.

    2.3 Bij memorie van antwoord heeft [C] de grieven bestreden, heeft hij bewijs aangeboden en een productie in het geding gebracht. Hij heeft geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden vonnissen zal bekrachtigen, zo nodig onder aanvulling van de rechtsgronden, met veroordeling van A/b Financiën c.s. in de proceskosten.

    2.4 Bij dezelfde memorie heeft [C] incidenteel hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 23 december 2009, heeft hij daartegen drie grieven aangevoerd en toegelicht, heeft hij bewijs aangeboden en een productie in het geding gebracht. [C] heeft gevorderd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, opnieuw recht doende, de vorderingen van [C] alsnog volledig zal toewijzen, met veroordeling van A/b Financiën c.s. in de proceskosten.

    2.5 Bij memorie van antwoord in incidenteel appel tevens akte uitlating producties hebben A/b Financiën c.s. de grieven in het incidenteel appel bestreden en zich uitgelaten over de producties bij de onder 2.3 en 2.4 genoemde memorie. Zij hebben geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, [C] in zijn incidenteel hoger beroep niet-ontvankelijk zal verklaren althans dit hoger beroep zal afwijzen en het in eerste aanleg gewezen vonnis van de rechtbank Almelo van 23 december 2009 - voor zover daar in principaal appel geen grieven tegen zijn aangevoerd - zal bekrachtigen, eventueel onder aanvulling en/of verbetering van de rechtsgronden, met veroordeling van [C] in de kosten van het incidenteel appel.

    2.6 [C] heeft vervolgens nog een akte na memorie van antwoord in incidenteel appel tevens houdende uitlating producties, met drie producties, genomen. Daarop hebben A/b Financiën c.s. een akte uitlating producties genomen.

    2.7 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

  3. De motivering van de beslissing in hoger beroep

    3.1 Geen grieven zijn gericht tegen de oordelen van de rechtbank dat [A] en [B] niet (persoonlijk) aansprakelijk zijn jegens [C] en dat de jegens hen gerichte vorderingen dienen te worden afgewezen. Gelet op deze oordelen had de rechtbank [C], als de in zoverre in het ongelijk gestelde partij, dienen te veroordelen in de aan de zijde van [A] en [B] gevallen proceskosten. In zoverre slaagt grief XIV in het principaal appel. Nu evenwel niet is gebleken dat [A] en [B] afzonderlijk van A/b Financiën kosten hebben gemaakt, worden de door [C] aan hen te vergoeden proceskosten van de eerste aanleg vastgesteld op nihil.

    3.2 Voor het overige lenen de grieven in het principaal en in het incidenteel appel zich voor gezamenlijke behandeling.

    3.3 Als in zoverre niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist staat tussen partijen vast dat [C] op of omstreeks 1 maart 2004 ten behoeve van de aankoop van zijn nieuwe woning middels tussenkomst van A/b Financiën een financieringsconstructie is aangegaan waarbij hij, naast een hypothecaire geldlening bij Bouwfonds, aan A/b Financiën € 525.000,-- leende (hierna: leenovereenkomst I) terwijl A/b Financiën op haar beurt € 550.000,-- aan [C] leende (hierna: leenovereenkomst II). De constructie bestond er voorts uit dat een deel van het middels leenovereenkomst I geleende geld als durfkapitaal werd uitgeleend aan derden. De vorderingen van [C] zijn, naar het hof begrijpt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT