Kort geding van Council of State (Netherlands), 12 de Octubre de 2011

Datum uitspraak12 de Octubre de 2011
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200905469/1/R2.

Datum uitspraak: 12 oktober 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellanten], gevestigd te [plaats],

en

de raad van de gemeente Rijnwaarden,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 19 mei 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2008" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 augustus 2009, beroep ingesteld. [appellanten] hebben de gronden aangevuld bij brief van 9 september 2009.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.

[appellanten] hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 maart 2011, waar [appellanten], vertegenwoordigd door mr. H.J. Kastein, advocaat te Zevenaar, en de raad, vertegenwoordigd door ir. A.B. Schenk en H. Bosch, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord [belanghebbende], vertegenwoordigd door drs. J.H.J.M. Sträter.

De Afdeling heeft de beroepen van de overige appellanten in zaaknummer 200905469/1 afgesplitst en afgedaan bij uitspraak van 15 juni 2011, zaaknummer 200905469/4/R2.

De Afdeling heeft aanleiding gezien, met toepassing van artikel 8:68, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), over te gaan tot heropening van het onderzoek. De Afdeling heeft de raad en [belanghebbende] verzocht om nadere inlichtingen in het kader van het beroep van [appellanten] en heeft partijen hiervan in kennis gesteld.

Bij brieven van 1 juni en 6 juni 2011, bij de Raad van State binnengekomen op 6 en 7 juni 2011, hebben de raad en [belanghebbende] geantwoord en nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft deze stukken aan [appellanten] verzonden en hen in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Bij brief van 6 juli 2011 hebben [appellanten] een reactie ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op een nadere zitting behandeld op 26 september 2011, waar [appellanten], in persoon van [twee appellanten], en de raad, vertegenwoordigd door ir. A.B. Schenk, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord [belanghebbende], vertegenwoordigd door drs. J.H.J.M. Sträter.

2. Overwegingen

2.1. Het plan heeft betrekking op nagenoeg het gehele buitengebied van de gemeente Rijnwaarden. Het bestemmingsplan vervangt 32 bestemmingsplannen, waaronder de plannen van de buitengebieden van de voormalige gemeente Herwen en Aerdt en de gemeente Pannerden.

2.2. [appellanten] kunnen zich niet verenigen met het aangewezen agrarisch bouwperceel op gronden met de bestemming "Agrarisch gebied" en de toegekende aanduiding "Sierviskwekerij (S)" toegekend aan een perceel aan de Renbaan te Aerdt (hierna: de sierviskwekerij). Zij betogen dat vestiging van de sierviskwekerij op dit perceel inbreuk maakt op de door het streekplan te beschermen landschappelijke waarden. Zij betogen dat er geen sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf, er geen noodzaak is voor het ontwikkelen van een nieuwe locatie en er ook geen ruimtelijke of milieuwinst wordt behaald. Het verwachte aantal verkeersbewegingen is, aldus [appellanten], onderschat bij het verrichte geluidsonderzoek. Voorts betogen [appellanten] dat de toegestane bouwhoogte van 2 meter voor de kweekvijvers te ruim is omdat hierdoor het open landschap en hun uitzicht wordt aangetast. Zij betogen dat onvoldoende is stil gestaan bij mogelijke wateroverlast in verband met de lage ligging van het maaiveld en milieugevolgen voor de bodem vanwege het gebruik van kippenmest. Voorts betogen zij dat de sierviskwekerij niet rendabel kan draaien zodat het plan niet economisch uitvoerbaar is. Het plan maakt slechts detailhandel van ondergeschikte aard mogelijk in streekeigen producten. Ten slotte betogen [appellanten] dat het haalbaarheidsonderzoek en bedrijfsplan van de sierviskwekerij niet tijdig ter inzage zijn gelegd.

2.2.1. Ingevolge artikel 3.8, eerste lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening, voor zover thans van belang, is op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing, met dien verstande dat het ontwerp-besluit met de hierbij behorende stukken tevens langs elektronische weg wordt beschikbaar gesteld.

2.2.2. Ingevolge artikel 3:11, eerste lid, van de Awb legt het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage.

2.2.3. Naar het oordeel van de Afdeling betreffen het haalbaarheidsonderzoek en het bedrijfsplan van de sierviskwekerij op het ontwerpplan betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 3:11 van de Awb. In de "Ruimtelijke onderbouwing Sierviskwekerij", Oostzee Stedenbouw, juni 2009, (hierna: de ruimtelijke onderbouwing van de sierviskwekerij) wordt op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT