Wraking van Centrale Raad van Beroep, 24 de Octubre de 2011

Datum uitspraak24 de Octubre de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/5652 WAO-W + 11/3510 WAO-W

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het verzoek op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, gedaan door:

[Verzoeker], wonende te [woonplaats] (verzoeker).

Datum uitspraak: 24 oktober 2011

  1. PROCESVERLOOP

    Verzoeker heeft bij schrijven van 4 oktober 2011 een verzoek om wraking van mr. J. Brand (rechter) ingediend.

    Het verzoek is behandeld ter zitting van de Raad van 19 oktober 2011, waar verzoeker in persoon is verschenen.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Het verzoek om wraking is ingediend naar aanleiding van de behandeling van een door verzoeker ingesteld hoger beroep ter zitting van 10 juni 2011 door de rechter als lid van de enkelvoudige kamer van de Raad, waar is besloten tot schorsing van het onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd.

    1.2. Verzoeker heeft, kort samengevat, zijn verzoek doen steunen op de volgende gronden: de rechter heeft geen kennis kunnen nemen van het volledige dossier omdat er stukken uit het dossier zijn gehaald en delen van het dossier onleesbaar waren gemaakt; verzoeker moet steeds wachten op andere uitspraken – bijvoorbeeld tot het al dan niet samenvoegen van zaken – waardoor het allemaal veel te lang duurt en een voor hem onoverzichtelijke situatie is ontstaan; de rechter heeft steeds ten onrechte de bewijslast bij verzoeker gelegd en het onderzoek ten onrechte voor onbepaalde tijd geschorst; ten onrechte is in het proces-verbaal van de zitting vermeld dat A.M. Bode optrad als gemachtigde van verzoeker en is het proces-verbaal niet ondertekend door de rechter; mr. Huijzer van het Uwv komt de ter zitting van 10 juni 2011 gemaakte afspraak niet na om met verzoeker in overleg te treden. Verzoeker heeft hieraan de conclusie verbonden dat de rechter vooringenomen en niet onafhankelijk heeft opgetreden bij de behandeling van het geding op 10 juni 2011.

    1. De Raad overweegt het volgende.

      2.1. In artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

      2.2. Een wrakingsgrond dient gelegen te zijn in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de (persoon van de) rechter die de zaak behandelt.

      2.3. Een aantal van de door verzoeker genoemde gedragingen betreffen andere personen dan de rechter. Die gedragingen kunnen niet worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT