Herziening van Rechtbank Breda, 13 de Diciembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Diciembre de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Team jeugdrecht

Enkelvoudige Kamer

Zaaknummer: 239958 FA RK 11-4341

beschikking betreffende hoofdverblijf,

in de zaak van

[naam moeder minderjarige]

wonende te [adres]

hierna te noemen de vrouw,

advocaat mr. E.P.E. van Ekelen,

en

[naam vader minderjarige]

wonende te [adres]

hierna te noemen de man,

advocaat mr. M.H. Hogeman.

  1. Het verloop van het geding

    Dit blijkt uit de volgende stukken:

    - het op 16 september 2011 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;

    - het op 8 november 2011 ontvangen verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek met bijlagen;

    - het op 18 november 2011 ontvangen gewijzigde zelfstandige verzoek;

    - de beschikking van de rechtbank Zutphen van 25 juni 2008;

    - het uittreksel uit het gezagsregister betreffende na te noemen minderjarige;

    - de op 27 september 2011 ontvangen brief van de advocaat van de vrouw;

    - de op 17 november 2011 ontvangen brief van de advocaat van de man;

    - het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 november 2011;

    - de op 22 november 2011 ontvangen brief van de advocaat van de man;

    - de op 25 november 2011 ontvangen brief van de advocaat van de vrouw.

    Ter terechtzitting is tevens aanwezig geweest een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Midden- en West-Brabant, gevestigd Meerten Verhoffstraat 18, 4811 AS Breda, hierna te noemen de raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

  2. De verzoeken

    De vrouw verzoekt de beschikking van de rechtbank Zutphen d.d. 25 juni 2008, voor zover deze betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [naam minderjarige], te wijzigen, en opnieuw rechtdoende te bepalen dat [naam minderjarige] vanaf 1 juni 2009 haar hoofdverblijfplaats heeft bij de vrouw.

    De man verzoekt tot afwijzing van het verzoek van de vrouw en,

    - indien en voor zover de rechtbank de zaak zou aanhouden en onderzoek door de raad zou gelasten een voorlopige omgangsregeling tussen [naam minderjarige] en de man vast te leggen van eens per veertien dagen een weekend van vrijdagavond tot zondagavond, met daarnaast de helft van de vakanties en feestdagen, voor de duur van onderhavige procedure,

    - althans, subsidiair, bij toewijzing van de vordering van de vrouw, een omgangsregeling tussen [naam minderjarige] en de man vast te leggen van eens per veertien dagen een weekend van vrijdagavond tot zondagavond, met daarnaast de helft van de vakanties en feestdagen.

  3. De beoordeling

    3.1 Tussen partijen staat blijkens de stellingen en overgelegde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT