Verzet van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 17 de Abril de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

Gerechtshof Arnhem

tweede meervoudige belastingkamer

nummer 11/00386

uitspraakdatum: 17 april 2012

Uitspraak op verzet

  1. De uitspraak waarvan verzet

    Het verzetschrift van X B.V., gevestigd te Z (hierna: belanghebbende), is ter griffie van het Hof ontvangen op 11 november 2011. Het richt zich tegen de met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) gedane uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer van dit Hof van 11 oktober 2011 op het hoger beroep van belanghebbende. Een fotokopie van die uitspraak, waarbij belanghebbendes hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard, is aan deze uitspraak gehecht.

  2. Behandeling van het verzet

    2.1. Tot de stukken waarop het Hof bij de beoordeling van het verzet acht slaat, behoren het hogerberoepschrift, het verzetschrift en de op 17 januari 2012 ter griffie van het Hof ontvangen pleitnota van belanghebbende.

    2.2. Ter zitting van 31 januari 2012 te Arnhem is A, namens belanghebbende gehoord. Namens de Inspecteur is verschenen B, bijgestaan door C.

    2.3. Met instemming van partijen zijn ter zitting het verzetschrift van belanghebbende en de beroepschriften van A met de rolnummers 11/00387 tot en met 11/00393 gelijktijdig behandeld. Hetgeen ter zitting is opgemerkt wordt geacht op alle zaken betrekking te hebben tenzij uit het zinsverband anders blijkt. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

  3. De vaststaande feiten en de gronden van het verzet

    3.1. Belanghebbende heeft hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank) van 10 mei 2011, zaaknummer AWB 09/3560. Als gronden van haar hoger beroep heeft belanghebbende verwezen naar de motivering ter zake van het in 2.3 bedoelde hoger beroep dat is ingediend door A. Belanghebbende heeft het Hof verzocht haar hoger beroep en het hoger beroep van A aan te merken als samenhangend en ter zake slechts eenmaal griffierecht te heffen.

    3.2. Bij brief van 9 juni 2011 heeft het Hof belanghebbende in kennis gesteld van de ontvangst van het hogerberoepschrift in de onderhavige zaak.

    3.3. Bij brief van 17 juni 2011, ter post bezorgd op dezelfde datum en gericht aan het adres van belanghebbende, heeft de griffier van het Hof belanghebbende erop gewezen dat zij ter zake van het instellen van het hoger beroep een griffierecht van € 454 is verschuldigd. Bij aangetekende brief van 25 juli 2011, ter post bezorgd op dezelfde datum en gericht aan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT