Hoger beroep van Rechtbank Utrecht, 7 de Mayo de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 7 de Mayo de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Utrecht |
RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/655563-12 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 7 mei 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1971] te [geboorteplaats]
verblijvende te [adres], [woonplaats]
raadsman mr. D.M. Penn, advocaat te Maastricht
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 23 april 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte een vals reisdocument in zijn bezit heeft gehad.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Aangezien verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de raadsman niet tot vrijspraak heeft gepleit zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen gelet op :
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van 23 april 2012 ;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 maart 2012 ;
- het proces-verbaal Documentonderzoek d.d. 18 maart 2012 .
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 17 maart 2012 te Utrecht in het bezit was van een reisdocument, te weten een Bulgaarse identiteitskaart No [nummer] op naam van [A], waarvan hij wist dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat de aangebrachte persoons- en afgifte gegevens en de pasfoto’s niet de oorspronkelijk door de bevoegde Bulgaarse autoriteiten aangebrachte gegevens en foto’s betreffen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
5.1 De strafbaarheid...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT