Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Maastricht, 4 de Julio de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Julio de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Maastricht

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11 / 394

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juli 2012 in de zaak tussen

[eiser], te Maastricht, eiser,

(gemachtigde: mr. T.M. ten Velde),

en

de burgemeester van de gemeente Maastricht, verweerder.

(gemachtigden: J. Duijsinx en J. Geerkens)

Procesverloop

Bij besluit van 1 december 2010 (het primaire besluit) heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht eisers aanvraag voor een nieuw reisdocument buiten behandeling gesteld.

Vervolgens heeft verweerder bij besluit van 28 januari 2011 (het bestreden besluit) het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij deze rechtbank.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 mei 2012. Eiser is verschenen in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door voornoemde gemachtigden.

Overwegingen

Eiser heeft op 29 september 2010 een nieuw reisdocument aangevraagd aan de balie van het Gemeenteloket.

Een accountmedewerker Burgerzaken heeft namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht de aanvraag om afgifte van een reisdocument buiten behandeling gesteld, omdat eiser zijn vingerafdrukken niet wilde afstaan.

Eiser is tegen dit besluit in bezwaar gekomen. Op 18 januari 2011 heeft verweerder een hoorzitting gehouden. Vervolgens heeft verweerder het bevoegdheidsgebrek van het primaire besluit geheeld door zelf de beslissing op bezwaar te nemen. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers bezwaar ongegrond verklaard.

Verweerder stelt zich op het standpunt – kort samengevat – dat op grond van het bepaalde in de Paspoortwet eisers aanvraag niet kan worden behandeld, omdat hij weigert een opname van zijn vingerafdrukken te laten maken.

Eiser heeft zich ook met dit besluit niet kunnen verenigen en heeft hiertegen beroep ingesteld. In beroep is aangevoerd dat hij bezwaren heeft tegen de afgifte van zijn lichaamskenmerken (gezichtscan via ingeleverde pasfoto in combinatie met vingerafdrukken), omdat hij wil dat deze een onlosmakelijk deel van zijn persoon blijven.

Eiser geeft aan bang te zijn dat hij door het afstaan van zijn vingerafdrukken de autonomie en zelfbeschikking over zijn eigen persoonsgegevens zou verliezen. Hij beschouwt het moeten afgeven van zijn lichaamskenmerken een onacceptabele inbreuk op zijn fundamentele burgerrecht op bescherming van zijn persoonlijk leven en zijn integriteit.

Eiser is er van overtuigt dat zijn persoonlijke veiligheid en die van de samenleving als geheel in gevaar wordt gebracht. Daarnaast is het afgeven van biometrische lichaamskenmerken aan de Staat een aantasting van de democratische rechtstaat. Volgens eiser is het creëren van een database, waarin alle persoonsgegevens worden opgeslagen, onwenselijk, omdat een kleine groep mensen die deze gegevens beheren niet worden gecontroleerd en daardoor de mogelijkheid bestaat dat deze groep te veel macht naar zich toe kan trekken en hun macht kunnen misbruiken. Meewerken aan het opzetten van een dergelijk systeem stuit bij eiser op ernstige gewetensbezwaren. Eiser beroept zich onder meer op zijn fundamentele burgerrechten en op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer, zoals deze zijn vastgelegd in artikel 10 en 11 van de Grondwet, artikel 8 van het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ( IVBPR).

Eiser heeft voorts aangevoerd dat hij het afnemen van vingerafdrukken teneinde reisdocumenten beter te beveiligen een disproportionele inbreuk is op het recht van privacy. Naar de mening van eiser zijn er andere manieren om een paspoort te beveiligen en dient het recht op privacy, zelfbeschikking en lichamelijke integriteit te prevaleren. Het systeem van opslag van vingerafdrukken is volgens eiser niet waterdicht. Het zal niet lang duren voordat ook het nieuwe paspoort zal worden vervalst, aldus eiser. Eiser heeft verder een beroep op het gelijkheidsbeginsel gedaan, omdat er nog altijd paspoorten worden uitgegeven zonder vingerafdrukken. Volgens eiser heeft verweerder onvoldoende duidelijk gemaakt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT