Kort geding van Council of State (Netherlands), 13 de Noviembre de 2002

Datum uitspraak13 de Noviembre de 2002
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200200050/1.

Datum uitspraak: 13 november 2002

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

  1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],

  2. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats],

  3. de Stichting Milieufederatie Limburg, de Stichting Natuur en Landschap Midden-Limburg, beide gevestigd te Roermond, de Milieu- en Heemkundevereniging Swalmen, de Vereniging Milieudefensie Werkgroep A73, beide gevestigd te Swalmen, de Stichting Dassenwerkgroep Limburg, gevestigd te Margraten, de Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie, afdeling de steilrand, gevestigd te Belfeld, de Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal, gevestigd te Reuver (hierna: Milieufederatie e.a.),

  4. [appellanten sub 4], wonend te [woonplaats],

  5. [appellanten sub 5], wonend te [woonplaats],

  6. de Vereniging Das & Boom, gevestigd te Beek-Ubbergen en de Stichting Natuur en Milieu, gevestigd te Utrecht (hierna: Das & Boom e.a.),

    appellanten,

    en

    gedeputeerde staten van Limburg,

    verweerders.

  7. Procesverloop

    Bij besluit van 22 maart 2001 heeft de gemeenteraad van Swalmen, op voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2001, het bestemmingsplan "Rijksweg 73-Zuid" vastgesteld.

    Het besluit van de gemeenteraad is aan deze uitspraak gehecht.

    Verweerders hebben bij hun besluit van 13 november 2001, kenmerk 2001/49956, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.

    Het besluit van verweerders is aangehecht.

    Tegen dit besluit hebben appellanten sub 1 bij brief van 2 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 4 januari 2002, appellant sub 2 bij brief van 7 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 14 januari 2002, appellanten sub 3 bij brief van 23 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 24 januari 2002, appellanten sub 4 bij brief van 24 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 25 januari 2002, appellanten sub 5 bij brief van 23 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 29 januari 2002, en appellanten sub 6 bij brief van 30 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 31 januari 2002, beroep ingesteld. Deze brieven zijn aangehecht.

    Bij brief van 22 maart 2002 hebben verweerders een verweerschrift ingediend.

    Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellanten sub 1, 3, 5 en 6, de gemeenteraad van Swalmen en de Minister van Verkeer en Waterstaat. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 september 2002, waar appellanten sub 1 vertegenwoordigd door mr. A.A.T. Stoffels, gemachtigde,

    appellanten sub 3 vertegenwoordigd door mr. J.M.E. Kessels, gemachtigde, appellanten sub 4 in persoon, appellanten sub 5 vertegenwoordigd door [appellant sub 5a], appellanten sub 6 vertegenwoordigd door mr. E.E. Meijer, mr. A.H.J. van den Biesen, advocaten te Amsterdam en J.J. Dirkmaat, voorzitter van de Vereniging Das & Boom, en verweerders, vertegenwoordigd door mr. N.S.J. Koeman, advocaat te Amsterdam, en mr. H.J.M. Achten, mr. R.Th.B. Drummen en mr. H.J.M. Luijpers, ambtenaren van de provincie, zijn verschenen.

    Tevens zijn de gemeenteraad van Swalmen, vertegenwoordigd door drs. W.M.J. Denie, burgemeester van de gemeente, de Minister van Verkeer en Waterstaat, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Besselink, advocaat te Den Haag, en W.L.G. Heijman in persoon en bijgestaan door mr. P.M.E.P.J. Joosten, gemachtigde, daar gehoord.

    Appellant sub 2 is niet verschenen.

  8. Overwegingen

    2.1. Het bestemmingsplan voorziet onder meer in de aanleg van Rijksweg 73-zuid op de oostoever van de Maas, voor zover gelegen in de gemeente Swalmen. Het tracÈdeel dat met dit plan wordt geregeld vormt een onderdeel van de autosnelwegverbinding die Rijkswaterstaat tussen Venlo en St. Joost wil realiseren. Het tracÈ van Rijksweg 73-zuid grenst in de gemeente Swalmen aan de bestaande spoorweg.

    Verweerders hebben het plan bij het bestreden besluit grotendeels goedgekeurd.

    2.2. Aan de orde is een geschil inzake een besluit omtrent de goedkeuring van een bestemmingsplan. Ingevolge artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in samenhang met artikel 10:27 van de Algemene wet bestuursrecht rust op verweerders de taak om - in voorkomend geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te bezien of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dienen zij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast hebben verweerders er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht.

    De Afdeling kan slechts tot vernietiging van het besluit omtrent goedkeuring van het plan overgaan, indien moet worden geoordeeld dat verweerders de aan hen toekomende beoordelingsmarges hebben overschreden, dan wel dat zij het recht anderszins onjuist hebben toegepast.

    De Milieufederatie e.a. en Das & Boom e.a.

    2.3. De Milieufederatie e.a. en Das & Boom e.a., stellen dat verweerders ten onrechte goedkeuring hebben verleend aan het plan. Appellanten betogen dat het plan in strijd is met het Structuurschema Groene Ruimte (hierna: SGR), de Natuurbeschermingswet, de Habitatrichtlijn, de Vogelrichtlijn en het Verdrag van Bern. Naar de mening van appellanten is niet voldaan aan de in het SGR, de Habitat- en Vogelrichtlijn en het Verdrag van Bern geformuleerde voorwaarden waaronder een aantasting van de door deze regelingen en beleid beschermde waarden zou kunnen plaatsvinden. Zij wijzen er in dat verband op dat er een alternatief voor de aanleg van Rijksweg 73-zuid met minder schadelijke effecten voor natuur, landschap en milieu is, namelijk de aanleg van deze weg op de westoever van de Maas. Zij zijn voorts van mening dat onvoldoende wordt voorzien in compensatie van natuurwaarden en dat de uitvoering van het compensatievoorstel onvoldoende is gegarandeerd. Het bestemmingsplan zou bovendien niet voorzien in de aanleg/bouw van enkele compenserende maatregelen.

    Bij de afweging is voorts volgens de Milieufederatie e.a. en Das & Boom e.a. geen rekening gehouden met het grensoverschrijdende Maas-Swalm-Nette park en de overeenkomst die daaromtrent is gesloten. Das & Boom e.a. wijzen voorts op de ligging van twee stiltegebieden ter hoogte van het tracÈ.

    De Milieufederatie e.a. voeren verder bezwaren aan over de landschappelijke inpassing van de weg, de mogelijke lichthinder door verlichting, de luchtkwaliteit, de afwatering van de weg, het mogelijke effect op de grondwaterstand door de aanleg van een tunnel en de financiÎle uitvoerbaarheid van het plan. De Milieufederatie e.a. zijn ten slotte van mening dat verweerders alleen goedkeuring aan het plan konden verlenen onder de voorwaarde dat de uitvoering van het bestemmingsplan pas aan de orde kan zijn als alle bestemmingsplannen die voorzien in de aanleg van Rijksweg 73-zuid onherroepelijk zijn geworden.

    2.3.1. Verweerders hebben in de bedenkingen van appellanten geen reden gezien enig deel van het plan in strijd met het recht of een goede ruimtelijke ordening te achten en hebben het plan in zoverre goedgekeurd. Verweerders zijn van mening dat het plan niet in strijd is met het SGR. Met de aanleg van Rijksweg 73-zuid op de oostoever van de Maas is volgens verweerders een zwaarwegend maatschappelijk belang gediend waaraan niet elders of op andere wijze tegemoet kan worden gekomen. Het westoevertracÈ waarop appellanten wijzen is naar de mening van verweerders geen alternatief. Voorts is voorzien in natuurcompensatie.

    De aanleg van Rijksweg 73-zuid heeft volgens verweerders geen effecten op de als Habitat- of Vogelrichtlijn aangewezen of nog aan te wijzen gebieden. Wel zullen bepaalde beschermde dier- en plantensoorten worden verstoord en aangetast. Hiervoor dient een ontheffing op grond van de Natuurbeschermingswet verleend te worden. Verweerders zijn van mening dat een dergelijke ontheffing kan worden verleend. Het plan zal voorts geen afbreuk doen aan het streven de populaties van de betrokken beschermde soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan, aldus verweerders.

    Van strijd met het Verdrag van Bern en de overeenkomst tussen de Nederlandse Staat en Noordrijnland-Westfalen over het grenspark Maas-Swalm-Nette is volgens verweerders geen sprake.

    Verweerders wijzen er voorts op dat de begrenzingen van de stiltegebieden Tegelen-Swalmen zijn aangepast. Het plan is derhalve niet in strijd met het beleid voor de stiltegebieden.

    2.3.2. Het SGR en de provinciaal ecologische structuur

    2.3.2.1. In het SGR zijn delen van de oostoever van de Maas waar Rijksweg 73-zuid is gepland aangeduid als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (hierna: EHS), als behoud en herstel bestaande landschapskwaliteit en als Waardevol Cultuurlandschap.

    In het SGR is verwoord dat het rijksbeleid ingrepen en ontwikkelingen in en in de onmiddellijke nabijheid van kerngebieden die onderdeel uitmaken van de EHS niet toe staat indien deze ingrepen de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied aantasten. Alleen bij een zwaarwegend maatschappelijk belang kan hiervan worden afgeweken. De aanwezigheid van een dergelijk belang wordt op basis van voorafgaand onderzoek vastgesteld. Hierbij moet tevens worden nagegaan of aan dit belang niet redelijkerwijs elders of op andere wijze tegemoet kan worden gekomen. Indien na afweging van belangen wordt besloten tot de ruimtelijke ingreep zullen in elk geval mitigerende en, indien deze onvoldoende zijn, tevens compenserende maatregelen moeten worden getroffen. Uitgangspunt bij toepassing van het compensatiebeginsel is dat wat betreft areaal en kwaliteit in beginsel geen netto verlies aan waarden mag optreden.

    Voor de gebieden die zijn aangewezen als behoud en herstel bestaande landschapskwaliteit staat het rijksbeleid ruimtelijke ingrepen en ontwikkelingen die de cultuurhistorische waarden, de ruimtelijke samenhang, de schoonheid en/of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT