Wraking van Centrale Raad van Beroep, 30 de Julio de 2012

Datum uitspraak30 de Julio de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/1438 WAO-W, 12/333 WAO-W

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Beslissing op het verzoek op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gedaan door

[Verzoeker] te [woonplaats] (verzoeker)

Datum uitspraak 30 juli 2012.

PROCESVERLOOP

Verzoeker heeft hoger beroepen ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2011, 09/3809 en 1 maart 2011 09/3600, in de gedingen tussen verzoeker en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv).

Tijdens het onderzoek ter zitting op 20 juni 2012 heeft verzoeker verzocht om wraking van de behandelend rechter mr. M. Greebe, waarna de zitting is geschorst.

Verzoeker, het Uwv en mr. Greebe zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord ter zitting van de Raad op 23 juli 2012.

Desgevraagd heeft de Raad verzoeker bij brief van 18 juli 2012 het overzicht van de kamersamenstelling Centrale Raad van Beroep toegezonden.

Mr. Greebe heeft bij brief van 19 juli 2012 meegedeeld dat zij niet in de wraking berust en dat zij gebruik maakt van de gelegenheid te worden gehoord.

De behandeling van het verzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juli 2012. Verzoeker en mr. Greebe zijn verschenen. Het Uwv heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

  1. De Raad bespreekt eerst het ter zitting gedane verzoek om wraking van de rechters die zitting hebben in de wrakingskamer en daarna het verzoek om wraking van mr. Greebe. Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Beroepswet, is afdeling 8.1.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op deze wrakingsverzoeken van overeenkomstige toepassing.

    1.1. Artikel 8:15 van de Awb bepaalt dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak kan behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Blijkens de memorie van toelichting bij artikel 8:15 van de Awb is de ratio van het instituut van wraking gelegen in het waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid.

    1.2. Aan het verzoek om wraking van de rechters die zitting hebben in de wrakingkamer zijn geen op de persoon van die rechters betrekking hebbende feiten en omstandigheden naar voren gebracht, waarin een bezwaar zou zijn gelegen tegen behandeling van het wrakingsverzoek door die rechters. Het verzoek om wraking van de wrakingskamer is gebaseerd op het standpunt van verzoeker dat niet is bewezen dat de rechters van de wrakingskamer bevoegd zijn over het verzoek om...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT