Kort geding van Council of State (Netherlands), 21 de Abril de 2004

Datum uitspraak21 de Abril de 2004
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200307067/1.

Datum uitspraak: 21 april 2004

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te Maurik,

en

het college van gedeputeerde staten van Gelderland,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 11 februari 2003 heeft de gemeenteraad van Buren, het bestemmingsplan "Buitengebied Maurik, gedeeltelijke herziening BA" gewijzigd vastgesteld.

Verweerder heeft bij zijn besluit van 26 augustus 2003, nr. RE2003.20643, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.

Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 24 oktober 2003, bij de Raad van State ingekomen op 27 oktober 2003, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 21 november 2003.

Verweerder heeft bij brief van 13 januari 2004 meegedeeld dat geen verweerschrift wordt uitgebracht.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 maart 2004, waar appellant in persoon en vertegenwoordigd door mr. P. Sipma, advocaat te Drachten, en verweerder, vertegenwoordigd door drs. E.J.M.V. Waterval, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen.

Voorts is de gemeenteraad van Buren, vertegenwoordigd door E. van Wijk-van Dam, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.

2. Overwegingen

2.1. Aan de orde is een geschil inzake een besluit omtrent de goedkeuring van een bestemmingsplan. Ingevolge artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in samenhang met artikel 10:27 van de Algemene wet bestuursrecht rust op verweerder de taak om - in voorkomend geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te bezien of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dient hij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast heeft verweerder er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht.

De Afdeling kan slechts tot vernietiging van het besluit omtrent goedkeuring van het plan overgaan, indien moet worden geoordeeld dat verweerder de aan hem toekomende beoordelingsmarges heeft overschreden, dan wel dat hij het recht anderszins onjuist heeft toegepast.

2.2. Het plan voorziet in een agrarisch bouwperceel aan De Woerd te Rijswijk, gemeente Buren, ten behoeve van de vestiging van een vleesvarkenshouderij.

Bij het bestreden besluit heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT