Hoger beroep kort geding van Council of State (Netherlands), 29 de Mayo de 2001

Datum uitspraak29 de Mayo de 2001
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

Raad

van State

200004815/1.

Datum uitspraak: 29 mei 2001

AFDELING

BESTRUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Autohandel A B.V., gevestigd te B,

appellante,

tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Zutphen van 20 september 2000 in het geding tussen:

appellante

en

de Algemeen Directeur van de RDW.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 11 november 1999 heeft de Algemeen Directeur van de RDW (hierna: de Directeur ) de aan appellante verleende erkenning bedrijfsvoorraad ingetrokken voor een periode van 12 weken.

    Bij besluit van 29 december 1999 heeft de Directeur het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.

    Bij uitspraak van 20 september 2000, verzonden op 29 september 2000, heeft de arrondissementsrechtbank te Zutphen (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief, ingekomen bij de Raad van State op 5 oktober 2000, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 6 november 2000 en 27 november 2000. Deze brieven zijn aangehecht.

    Bij brief van 2 januari 2001 heeft de Directeur van antwoord gediend.

    De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 maart 2001, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. H.H. van Steijn, advocaat te Deventer, en de Directeur, vertegenwoordigd door C. van der Berg, werkzaam bij de RDW, zijn verschenen.

  2. Overwegingen

    2.1. Ingevolge artikel 62, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW), kan de Dienst Wegverkeer (RDW) aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon een erkenning verlenen waardoor deze is gerechtigd motorrijtuigen en aanhangwagens, waarvan hij de eigendom heeft verkregen, in zijn bedrijfsvoorraad op te nemen.

    Op grond van artikel 62, vierde lid, WVW kunnen bij ministerile regeling voorschriften worden vastgesteld die aan een erkenning worden verbonden en kunnen met betrekking tot die voorschriften regels worden vastgesteld. Deze voorschriften en regels zijn vastgesteld - onder meer - bij de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad van 13 december 1994, Stcrt 248 (hierna: de Regeling) en het Kentekenreglement (Stb. 596, 1996).

    De Regeling bepaalt in artikel 9, eerste lid, dat het erkende bedrijf het bij en krachtens de wet bepaalde omtrent de bedrijfsvoorraad, de erkenning alsmede de registratie, het gebruik en de beindiging van de registratie van de tot de bedrijfsvoorraad behorende voertuigen in acht moet nemen.

    Ingevolge artikel 9, derde lid, van de Regeling is het erkende bedrijf verplicht wijzigingen in de bedrijfsactiviteit alsmede wijziging in de bedrijfsgegevens, voor zover deze van belang kunnen zijn voor de erkenning, onverwijld schriftelijk mede te delen aan de RDW.

    Ingevolge artikel 11, tweede lid, van de Regeling...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT