Cassatie van Rechtbank Amsterdam, 28 de Junio de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Junio de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM

SECTOR BESTUURSRECHT

Meervoudige kamer

UITSPRAAK

reg.nr: AWB 97/7018 AKW

inzake: [eiseres], wonende in [woonplaats], eiseres,

tegen : de Sociale Verzekeringsbank, gevestigd te Amstelveen, verweerder.

  1. AANDUIDING BESTREDEN BESLUIT

    Besluit van verweerder van 7 mei 1997, registratienummer Afd. 7/AKW 1791,

    Afd. 8/KB 440.441.595.

  2. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Bij besluit van 29 januari 1997 heeft verweerder eiseres medegedeeld dat zij over het vierde kwartaal van 1996 en het eerste kwartaal van 1997 geen recht heeft op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor haar dochter, geboren op [geboortedatum].

    Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het besluit van 29 januari 1997 gehandhaafd.

    Namens eiseres heeft mr. C.A.J. de Roy van Zuydewijn, advocaat te Amsterdam, op 4 juni 1997 beroep ingesteld en op daartoe op 15 december 1997 aangevoerde gronden verzocht het bestreden besluit te vernietigen.

    Verweerder heeft op 30 september 1997 afschriften van op de zaak betrekking hebbende stukken ter griffie ingezonden en op 15 januari 1998 een verweerschrift ingediend.

    Bij brief van 11 maart 1998 heeft verweerder een aantal vragen van deze rechtbank beantwoord.

    De zaak is, tezamen met vier zaken waarin dezelfde problematiek een rol speelt, behandeld ter zitting van de rechtbank in een meervoudige kamer op 26 maart 1998. Eiseres is daar verschenen bij gemachtigde mr. De Roy van Zuydewijn. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. G.A. van Egdom, mr. A.H. Gersie en mr. H.P. van Bommel, juridisch medewerkers bij de Sociale Verzekeringsbank.

    De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens heropend en bij beslissing van 28 januari 1999 een aantal prejudiciÎle vragen ter beantwoording voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het Hof).

    Bij arrest van 20 maart 2001 (zaak C-33/99), gepubliceerd in USZ 2001/144, heeft het Hof de vragen van de rechtbank beantwoord.

    De zaak is opnieuw behandeld ter zitting van de rechtbank in een meervoudige kamer op

    17 mei 2001, waar eiseres is verschenen bij haar gemachtigde mr. De Roy van Zuydewijn en waar verweerder, zoals aangekondigd, niet is verschenen.

  3. MOTIVERING

    Eiseres heeft de Spaanse nationaliteit. Zij heeft enige tijd in Nederland gewoond en gewerkt en is, nadat zij arbeidsongeschikt is geworden, met behoud van haar Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering naar Spanje teruggekeerd. Uit hoofde van haar arbeidsongeschiktheidsuitkering was zij ten tijde hier van belang verzekerd ingevolge de AKW. [de dochter van eiseres] volgde tot en met het studiejaar 1995/1996 een opleiding aan het "Instituto de EducatiÛn Secundaria y Profesional" te Puenteceso. Met ingang van het studiejaar 1996/1997 is zij gaan studeren aan de "Facultad de Ciencias Economicas y Empresariales" van de universiteit van La CoruÒa.

    Tot 1 oktober 1986 had de verzekerde overeenkomstig de bepalingen van de AKW recht op kinderbijslag voor door hem verzorgde eigen, aangehuwde en pleegkinderen tussen de 16 en 27 jaar, die in belangrijke mate door hem werden onderhouden en wier voor werkzaamheden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT