Cassatie van Rechtbank Amsterdam, 29 de Junio de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Junio de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM

Parketnummer: 13/129623-97

Datum uitspraak: 29 juni 2001

op tegenspraak

VERKORT VONNIS

van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, meervoudige kamer , in de strafzaak tegen:

verdachte,

geboren te op geboortedatum en -plaats,

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres, thans uit anderen hoofde gedetineerd.

De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5, 6, 8, 11, 12 en 15 juni 2001.

  1. Telastelegging.

    Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de nader omschreven telastelegging zoals ter terechtzitting toegelaten. Van de dagvaarding en de vordering nadere omschrijving telastelegging zijn kopien als bijlagen 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven telastelegging geldt als hier ingevoegd.

  2. Voorvragen.

    Ontvankelijkheid van de officier van justitie.

    De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de officier van justitie niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging. Daartoe is naar voren gebracht dat in het strafrechtelijk onderzoek een pro-actieve fase is geweest, waarover verslaglegging ontbreekt. Voorts is daartoe gesteld dat zich tijdens het vooronderzoek onrechtmatigheden hebben voorgedaan, bestaand uit het afleggen door verbalisant Van Leeuwen van een leugenachtige verklaring, alsmede het in een te laat stadium de verdediging in de gelegenheid stellen de opname te beluisteren van een op een band opgenomen telefoongesprek. Ook is daartoe aangevoerd dat door de officier van justitie op onvoldoende gronden op 12 maart 1998 opening van een gerechtelijk vooronderzoek werd gevorderd en tenslotte is, ter motivering van een niet ontvankelijkheid van de officier van justitie, gesteld dat de aangifte van B. evident onbetrouwbaar is.

    De rechtbank overweegt naar aanleiding van dit verweer het volgende.

    Dat er, voorafgaand aan de aangifte door betrokkene. respectievelijk U. op 16 oktober 1997 contacten hebben plaatsgevonden tussen B. en de politie in verband met door B. en/of U. ervaren bedreigingen is allerminst uitgesloten. Niet aannemelijk is evenwel dat deze mogelijke contacten gezien moeten worden als het door de politie vergaren van informatie met het oog op een mogelijk opsporingsonderzoek. In ieder geval levert het achterwege blijven van verslaglegging daaromtrent, voorzover daarvan sprake is, in dit geval geen ernstige schending op van de beginselen van een behoorlijke procesorde.

    Van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT