Voorlopige voorziening van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 7 de Septiembre de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Septiembre de 2005
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

VIERDE ENKELVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

VOORZIENINGENRECHTER ALS BEDOELD IN ARTIKEL 557 LID 3 Sv

BESCHIKKING

in de zaak van:

[X], wonende te [woonplaats] (Belgi),

VERZOEKER,

advocaat: mr. D.A. Harff te Rotterdam,

t e g e n

HET OPENBAAR MINISTERIE.

  1. Verloop van het geding

    [X] heeft bij verzoekschrift met producties, ingekomen ter griffie van het hof op 15 augustus 2005, de voorzieningenrechter van het hof op de voet van artikel 557 lid 3 Sv verzocht om de executie in de strafzaak met parketnummer 13/120032-01 (rolnummer: 23-003277-03) 'te schorsen totdat onherroepelijk op de ingestelde cassatie is beslist.'

    De voorzieningenrechter van het hof heeft het verzoek behandeld ter openbare terechtzitting van heden. Verschenen zijn [X], bijgestaan door zijn advocaat, en mr. P.G. Blanken als advocaat-generaal. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

    De voorzieningenrechter van het hof heeft na de behandeling en na beraad in raadkamer onmiddellijk uitspraak gedaan.

    De inhoud van alle bovenstaande stukken wordt geacht hier te zijn ingelast.

  2. Beoordeling van de bevoegdheid van voorzieningenrechter van het hof

    2.1 Bij vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 7 augustus 2003 (parketnummer 13/120032-01) is [X] bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

    Op 22 augustus 2003 is [X] van dit vonnis bij het gerechtshof te Amsterdam in hoger beroep gekomen. Bij arrest van 31 mei 2005 heeft dit hof [X], aan wie de dagvaarding om ter terechtzitting in eerste aanleg te verschijnen in persoon was betekend, bij verstek niet ontvankelijk verklaard in het hoger beroep wegens overschrijding van de appeltermijn.

    Tegen het arrest van het hof heeft [X] op 3 augustus 2005 cassatieberoep ingesteld.

    Sinds 25 juli 2005 bevindt [X] zich ter uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van het vonnis van de rechtbank in detentie, eerst in Belgi, thans in Nederland.

    2.2 Op de voet van artikel 557 lid 3 verzoekt [X] thans dat de voorzieningenrechter van het hof deze executie schorst.

    Desgevraagd hebben zowel [X] als de advocaat-generaal meegedeeld dat zij van mening zijn dat het hier om een geval als bedoeld in artikel 557 lid 3 Sv gaat en dat de voorzieningenrechter van het hof in dit geval bevoegd is de zaak te behandelen. De door hen daartoe gebezigde argumenten komen hierna voor zover nodig aan de orde.

    2.3 De voorzieningenrechter van het hof oordeelt als volgt.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT