Voorlopige voorziening van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 22 de Noviembre de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Noviembre de 2006
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE

Familiesector

Uitspraak : 22 november 2006

Rekestnummer. : 1334-R-06

[De vrouw],

wonende te [woonplaats],

verzoekster, tevens (voorwaardelijk) verweerster,

hierna te noemen: de vrouw,

procureur mr. M. Verbraaken-Vooys,

tegen

[de man],

wonende te [woonplaats],

verweerder, tevens (voorwaardelijk) verzoeker,

hierna te noemen: de man,

procureur mr. T.G. Brown-Knip.

PROCESVERLOOP

De vrouw heeft het hof op 26 september 2006, in een scheidingszaak die door de man bij het hof aanhangig is gemaakt en onder rekestnummer 832-R-06 bij het hof bekend is, verzocht bij beschikking, voor de duur van het geding in de hoofdzaak, voorlopige voorzieningen te treffen.

Op 16 oktober 2006 heeft de man een zelfstandig tegenverzoek ingediend.

Op 18 oktober 2006 is de zaak, tezamen met de behandeling in de hoofdzaak, mondeling behandeld. Verschenen zijn: de man, bijgestaan door zijn advocaat, mr. C.W.F. Jansen, en de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, mr. M.G. Bannenberg. Partijen en hun raadslieden hebben het woord gevoerd.

VASTSTAANDE FEITEN

Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting staat - voor zover in de onderhavige procedure van belang - tussen partijen het volgende vast.

Bij beschikking van 3 april 2006 heeft de rechtbank te Rotterdam tussen partijen, met elkaar gehuwd op 30 november 1983, onder meer de echtscheiding uitgesproken, die [in] 2006 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De man is van voornoemde beschikking in hoger beroep gekomen.

BEOORDELING

  1. De vrouw verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bij wege van voorlopige voorzieningen voor de duur van het geding te bepalen dat aan haar het exclusief gebruik van de echtelijke woning toekomt alsmede de daarbij behorende inboedel, met bevel aan de man de woning niet meer te betreden, met machtiging van haar deze beschikking ten uitvoer te leggen met behulp van de sterkte arm van politie en justitie.

  2. De man verzoekt bij zelfstandig tegenverzoek, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en voor de duur van het geding, te bepalen dat hij bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning, met bevel aan de vrouw de woning te verlaten en niet verder te betreden.

  3. Ter zitting van het hof heeft de man gesteld dat uitsluitend de rechtbank...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT